maart
2018
door Victor Christiano
Het idee dat een stad onvermijdelijk een zware belasting voor het milieu moet zijn is voortgekomen uit de kunstmatige tweedeling "stad en land". Ecologische stedenbouw, ofwel groene urbanisatie, is het principe dat door uitbreiding van de stedelijke omgeving geen achteruitgang maar juist verbetering van het leefmilieu wordt gerealiseerd.
De ruimtelijke ordening die in het verleden werd toegepast was gebaseerd op het idee van vergaand gespecialiseerd ruimtegebruik. Dit principe heeft geleid tot steeds verdere opdeling van de beschikbare ruimte. Vaak heeft de ruimtelijke ordening geen orde maar juist schaarste en onleefbaarheid teweeggebracht. Dus we kunnen beter spreken over "ruimtelijke ordening" tussen aanhalingstekens.
Het uiteindelijke resultaat van deze "ruimtelijke ordening" is geweest dat er steeds minder leefbare ruimte overbleef. "Ruimtelijke ordening" is het principe dat de beschikbare ruimte strikt volgens verschillende bestemmingen moet worden opgedeeld: woonwijken, recreatiegebieden, sportomgevingen, industrieterreinen, kantooromgevingen, natuurgebieden, agrarische omgevingen, winkelcentra, uitgaanscentra.
Het principe van de sterk gespecialiseerde ruimtebestemming heeft niet alleen geleid tot veel onnodig transport, maar ook tot steeds minder leefbare ruimte, waarin men zich kan ontspannen en vrij kan bewegen. Tegenwoordig begint men gelukkig in te zien dat niet het strikt opdelen maar juist het combineren van ruimtelijke functies het uitgangspunt zou moeten zijn.
De overheid wil komen tot een Nationale Omgevingsvisie, een nieuwe kijk op het gebruik van de ruimte. Als eerste stap in die richting is door de regering de nota "De opgaven voor de Nationale Omgevingsvisie" uitgebracht. De Nationale Omgevingsvisie moet de basis gaan vormen voor een nieuwe wet, de Omgevingswet, die waarschijnlijk in 2019 van kracht zal worden. [ref. 1] Die niewe wetgeving zal ongetwijfeld veel invloed hebben op de toekomstige ontwikkelingen in ons land.
Er zijn meerdere toekomstscenario's mogelijk. Wat zal het worden? Staan we op de drempel van een nieuw tijdperk, waarin steeds meer leefbare multifunctionele omgevingen worden gecreëerd? Of gaat de opdeling van de ruimte, en de daarmee gepaard gaande achteruitgang van de leefbaarheid, nog verder door? Laten we optimistisch zijn en onze hoop vestigen op het eerstgenoemde scenario.
Dankzij de technologische vooruitgang is het grootschalig creëren van werkelijk leefbare omgevingen geen utopie maar reële mogelijkheid geworden. Dat is historisch gezien een uitzonderlijke situatie. Schaarste aan voor de mens veilige en comfortabele omgevingen was door de eeuwen heen de normale conditie. Dat kan nu veranderen, mits de technologische vooruitgang op een goede manier wordt toegepast. Uit de ecologie is bekend dat een biotoop voor meerdere soorten als habitat geschikt kan zijn. Bij het ontwerpen van een stad zou men moeten streven naar een ideale biotoop voor zowel de mens als uiteenlopende andere levensvormen.
In de tegenwoordige steden kunnen maar weinig soorten gedijen. Ook voor de mens vormt de hedendaagse stad geenszins een adequate habitat. Bovendien hebben veel steden ongunstige milieu-effecten tot ver in hun omgeving. Ze hebben soms wel meer dan 100 keer zoveel landoppervlak nodig als hun eigen territoir. Als we met de stedenbouw op dezelfde manier doorgaan dan zal er steeds meer ontbossing nodig zijn om voedsel en andere landbouwgewassen te kunnen produceren voor de groeiende wereldbevolking.
De voortdurende groei van de steden hoeft niet per se ongunstig te zijn, zo is onder meer betoogd door prof. Jacqueline McGlade. [ref. 2] Een stad kan een optimale leefomgeving bieden voor mensen, dieren en planten, en hoeft ook niet op veel meer ruimte beslag te leggen dan het eigen oppervlak. De urbanisatie hoeft niet een bedreiging te vormen voor de ecologische stabiliteit op aarde maar kan daar juist aan bijdragen.
Maar dan is wel een heel andere kijk op het gebruik van de ruimte nodig. Die andere denkwijze werd door de futurist prof. Dickson Despommier beschreven in zijn boek "The vertical farm". [ref. 3] Het gaat in dat boek niet alleen om een revolutionair nieuw agrarisch concept, maar ook om een volledig andere visie op stad en land.
Het almaar verder functioneel opdelen van de ruimte is niet doelmatig. Een betere oplossing om ruimtelijke functies te behouden en uit te breiden is ecologische stedenbouw. Het idee dat een stad per se een zware belasting voor het milieu moet zijn is voortgekomen uit het kunstmatige onderscheid tussen enerzijds stedelijke agglomeraties en anderzijds landelijke omgevingen.
Bij zowel de stedelijke als de landelijke omgeving gaat het om door de mens ingerichte ruimtes. De ongerepte natuur is vrijwel altijd onleefbaar. Zowel op het land als in de stad heeft de mens voor toename van leefbaarheid gezorgd, maar in beide omgevingstypen gebeurde dat verschillend en in geen van beide was het resultaat optimaal. Door ecologische stedenbouw, ofwel groene urbanisatie, kan dat wél heel doelmatig plaatsvinden.
In de vorige eeuw heeft de mens veel schade op de planeet aangericht en ook nu nog vormen sommige ontwikkelingen een bedreiging voor het toekomstige leven op aarde. Dat heeft geleid tot de opvatting dat de menselijke civilisatie zo weinig mogelijk effect op de natuur moet hebben. Het willen beperken van de stedenbouw is onderdeel van die opvatting.
De toenemende urbanisatie zal zeker niet stoppen, want de wereldbevolking groeit en overal trekken de mensen naar de stad. Daarom is ecologische stedenbouw een veel betere oplossing dan het tegengaan van verdere stedelijke expansie. Ecologische stedenbouw kan een belangrijke bijdrage leveren aan behoud en verbetering van het mondiale ecosysteem.
Ecologische stedenbouw is beter dan in het verleden mogelijk door de nieuwe technieken die beschikbaar zijn. In de afgelopen 50 jaar heeft op allerlei gebieden grote technologische vooruitgang plaatsgevonden en te verwachten is dat de ontwikkelingen in de komende jaren nog sneller zullen gaan. Dankzij de computer- en softwaretechniek is het innovatieproces zélf op uiteenlopende terreinen namelijk veel sneller geworden.
De resultaten daarvan zijn onder meer te zien in het bouwbedrijf. Zowel in het ontwerptraject als tijdens de realisatie heeft een sterke verbetering van efficiency plaatsgevonden. Te verwachten is dat de introductie van nieuwe constructie- en werkmethodes in de komende jaren een nog verdere versnelling van bouwprojecten mogelijk zal maken. Als deze toename van productiviteit in de bouw op een verstandige manier wordt gebruikt zullen de nieuwe wijken en steden die gaan verrijzen in hoge mate leefbaar en ecologisch zijn.
De resultaten van de technologische vooruitgang en de hogere productiviteit zijn nu al te zien in de toename van grote multifunctionele gebouwcomplexen.
Onder meer worden sommige stationsomgevingen veranderd in aantrekkelijke winkelgebieden, autovrij en soms grotendeels overdekt. De combinatie van het winkelcentrum Hoog Catharijne en het centraal station te Utrecht is wat dit betreft een opvallend voorbeeld. Hier kun je vrijwel altijd, weer of geen weer, plezierig winkelen en rondwandelen.
Een ander interessant voorbeeld is de stationsomgeving in Zaandam. Onderdelen ervan zijn onder meer: het station, een groot hotel, horeca, winkels en het stadhuis. De ontwerpers zijn erin geslaagd een doelmatige oplossing te creëren voor het realiseren van een aantrekkelijk autovrij voetgangersgebied in een voorheen problematische omgeving.
(De literatuurreferenties staan onderaan deel 2.)
De publicatie van FiLOSCOOP wordt verzorgd door Bureau Everink te Almere.
Copyright © 2018 Bureau Everink