maart
2018
door Victor Christiano
In de ecologie krijgen ook de milieubehoeften van de mens tegenwoordig toenemend aandacht. Men lijkt eindelijk ontdekt te hebben dat wandelen de natuurlijke manier van voortbewegen voor homo sapiens is. Meer veilige ruimte voor de voetganger stuitte in het verleden vaak op onoverkomelijke verkeerstechnische problemen, maar deze kunnen worden opgelost.
Te verwachten is onder meer dat grote bouwwerken zullen worden uitgevoerd als overkapping van een snelweg, rivier of spoorlijn. Het al genoemde complex bij het station van Zaandam overbrugt bijvoorbeeld zowel de provinciale weg als het spoor. Het combineren van overkapping met uiteenlopende gebouwfuncties opent interessante perspectieven. Er komt zo veel nieuwe ruimte beschikbaar. Bruggen hoeven niet langer voor voetgangers onplezierige trajecten te vormen. Het is bijvoorbeeld mogelijk om een overdekte winkelgalerij als brug over een waterweg te bouwen. Stadsdelen aan weerszijden van een rivier zijn door zulke oplossingen niet langer voor de voetganger vrijwel volledig gescheiden.
Voetgangers hebben er ook belang bij dat een omgeving een plezierige aanblik biedt. Grootschalige projectmatige ontwikkeling is ook wat dit betreft gunstig, want zo kan er in het ontwerp meer aandacht zijn voor de esthetiek. Veel gebouwde omgevingen kunnen door toepassing van het eclectische principe aanzienlijk mooier zijn dan hetgeen we tegenwoordig nog meestal zien. Zie hierover mijn artikel "Architectuur van de toekomst: mooi, praktisch en mensvriendelijk". [ref. 4]
De toename van grote bouwprojecten zal waarschijnlijk niet stoppen maar juist in sterkere mate doorgaan. Zo werd bijvoorbeeld in Almere een groot deel van het stadcentrum als één compleet project ontworpen en gerealiseerd. Het onderste niveau van dit omvangrijke complex bestaat uit parkeergarages en doorgaande wegen. Daarboven bevindt zich het volledig autovrije winkelcentrum.
Het ontwerpen en bouwen van volledig nieuwe stadsdelen wordt waarschijnlijk in de toekomst eerder regel dan uitzondering. Dat is een gunstige ontwikkeling, mits als norm geldt dat de gebouwde omgeving moet voldoen aan hoge eisen wat betreft leefbaarheid en ecologie. Het realiseren van grote bouwprojecten wordt technisch steeds doelmatiger en economisch toenemend rendabel. Een en ander zal tot gevolg hebben dat er veel kapitaal beschikbaar komt voor grootschalige bouwprojecten.
Met groene urbanisatie hoeft het landschap niet door de nieuwbouw te worden verstoord. Integendeel, ecologische stedenbouw kan een verrijking van het bestaande cultuurlandschap zijn. Historische bebouwing kan een wezenlijk onderdeel van de ruimtelijke structuur blijven.
De uitbreiding van de stedelijke omgeving wordt nog te vaak als een ongunstige ontwikkeling beschouwd. De overheid zou in plaats van de urbanisatie af te remmen de projectmatige aanpak daarvan juist moeten bevorderen. Het bestemmen van ruimte tot ofwel stedelijk ofwel landelijk gebied is een achterhaald principe. Dat blijkt bijvoorbeeld in Flevoland, het grote door drooglegging gewonnen nieuwe gebied in Nederland. De overvloedig beschikbaar komende grond kreeg voornamelijk een agrarische bestemming, maar het is allang niet meer zo dat er in Flevoland een overvloed aan grond beschikbaar is. De behoefte aan woon-, werk-, sport-, recreatie- en natuuromgevingen groeide namelijk ook heel sterk. Er is niet genoeg grond voor al deze bestemmingen, dus er moet een betere oplossing komen dan het strikt volgens verschillende functies verdelen van de beschikbare ruimte.
Het in Flevoland in ontwikkeling zijnde stadsdeel Oosterwold lijkt wat dit betreft het begin te zijn van een gunstige nieuwe trend. Opvallend is op de eerste plaats dat het gaat om een gezamenlijk project van twee gemeenten: Almere en Zeewolde. De gemeentegrens loopt midden door het nieuwe stadsdeel Oosterwold heen.
Met Oosterwold wordt aangetoond dat bestaande gemeentegrenzen geen belemmering voor doelmatige gebiedsinrichting hoeven te vormen. In de oorspronkelijke indeling van Flevoland was niet voorzien dat Almere zo sterk zou groeien. Daarom is het aan deze gemeente toegewezen grondgebied inmiddels veel te klein. Zeewolde kreeg als agrarische gemeente veel meer grond toegewezen. Maar tegenwoordig is in beide gemeenten meer ruimte nodig voor zowel stedelijke als agrarische uitbreiding. Met Oosterwold wil men door multifunctionele bestemming een oplossing voor dit probleem realiseren.
Maar grootschalige projectmatige ontwikkeling wordt in Oosterwold vooralsnog door het gekozen beleid belemmerd. Men heeft namelijk als uitgangspunt bepaald dat initiatiefnemers in het gebied ook eindgebruiker moeten zijn. Dat principe zal niet vanzelf tot een optimaal leefbaar en ecologisch stadsdeel leiden, want ecologische steden groeien niet spontaan op basis van particuliere woonwensen. Zulke steden moeten worden ontworpen en projectmatig volgens plan worden gerealiseerd.
Urbanisatie kan een omgeving méér leefbaar maken, mits de beschikbare ruimte doelmatig wordt gebruikt. Dat kan onder meer door bij het ontwerpen van een nieuw stadsdeel of een complete stad meteen ook hoogbouw toe te passen. Goede hoogbouw bevordert de leefbaarheid, onder meer door meer ruimte voor groenvoorzieningen. Met hoogbouw wordt grond bespaard en deze grond kan worden gebruikt voor plantsoenen en parkomgevingen.
Bij veel hoogbouwprojecten in het verleden was te weinig aandacht voor leefbaarheid, veiligheid en esthetiek. Daardoor wordt hoogbouw ten onrechte nog vaak beschouwd als een onwenselijke noodoplossing. Maar inmiddels zijn meerdere projecten gerealiseerd waarbij hoogbouw een belangrijke bijdrage aan het leefmilieu levert. Onder meer door toepassing van het piramide-principe in de architectuur kunnen met hoogbouw mooie mensvriendelijke woonomgevingen worden gerealiseerd. Lees over piramidebouw het artikel door Katja Vogel "Groene steden door piramidebouw" [ref. 5] op deze website.
Uiteindelijk komt er in een succesvol stedelijk gebied naast laagbouw altijd hoogbouw, want naarmate het gebied meer mensen aantrekt gaan de grondprijzen stijgen en wordt laagbouw steeds duurder. Ongetwijfeld zal het hoogbouwprincipe in de toekomst ook voor de agrarische productie toegepast worden. Door de schaarste aan grond wordt het concept van de verticale boerderij steeds minder ongewoon. De tegenwoordige horizontale landbouw is voortgekomen uit de in het verleden bestaande overvloedige beschikbaarheid van grond. Door het al genoemde boek "The vertical farm" [ref. 3] is duidelijk dat de hoogbouw-boerderij de oplossing kan bieden voor de grondschaarste en voor verschillende wereldproblemen: het milieuprobleem, de voedselschaarste, de onleefbaarheid van veel omgevingen.
De geschiedenis heeft geleerd dat volkeren die menen dat ze door ruimtegebrek in hun overlevingsmogelijkheden worden bedreigd heel agressief en irrationeel kunnen worden. Dat is niet onvermijdelijk want er is een oplossing: groene urbanisatie.
Referenties:
1. Rijksoverheid: "Beleid ruimtelijke ordening"; https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ruimtelijke-ordening-en-gebiedsontwikkeling/beleid-ruimtelijke-ordening.
2. Europees Milieuagentschap (EMA): "De stad - Van stedelijke ruimten naar stedelijke ecosystemen", 22-03-2010; https://www.eea.europa.eu/nl/articles/de-stad.
3. Dr. Dickson Despommier: "The vertical farm - Feeding the world in the 21st century"; Picador, New York, 2011.
4. Victor Christiano: "Architectuur van de toekomst: mooi, praktisch en mensvriendelijk", maart 2016; http://www.filoscoop.com/2016/1/eclectische-architectuur.htm.
5. Katja Vogel: "Groene steden door piramidebouw", mei 2011;
http://www.filoscoop.com/2011/3/piramidebouw.htm
De publicatie van FiLOSCOOP wordt verzorgd door
Bureau Everink te Almere.
Copyright © 2018 Bureau Everink