maart
2021
door Victor Christiano
Steeds meer ouderen komen niet overeen met het stereotiepe beeld van de oudere mens als iemand die door lichamelijke en geestelijke achteruitgang niet meer mee kan doen in de samenleving. Door hun bewuste lifestyle leven de nieuwe senioren langer en blijven ze ook op oudere leeftijd vitaal en actief.
De opkomst van het nieuwe ouderenbeeld werd in gang gezet door de babyboomgeneratie, de mensen die zijn geboren tussen 1945 en ongeveer 1960. Deze troffen toen ze jong waren een door de tweede wereldoorlog ontredderde wereld aan. Ze hadden en hebben nog steeds veel invloed in de maatschappij. [ref.1] Ook over het ouder worden verwierpen ze de heersende opvattingen. Ze accepteerden niet dat het leven na je zestigste weinig meer te bieden heeft en brachten het idee van een vitale oude dag in de wereld. Zo gaven ze de impuls tot de opkomst van het nieuwe type oudere, de vitale senior.
Kenmerkend voor de nieuwe ouderen is een bewuste en actieve lifestyle, met veel aandacht voor mogelijkheden om door de jaren heen gezond en in goede conditie te blijven. De vitale senioren doen nog actief mee in de samenleving maar zijn verder heel verschillend. Veel van hen wandelen graag maar sommigen rijden ook enthousiast in een sportwagen. De nieuwe senioren zijn ook vaak reislustig; ze gaan veelvuldig op vakantie, op ontdekking naar steeds weer andere oorden of herhaaldelijk naar een eigen voorkeursbestemming. Niet alleen wat betreft transport en vakantie maar ook op andere gebieden zijn veel nieuwe ouderen individueel en non-conformistisch.
Omdat ze bewust leven geloven de vitale senioren niet klakkeloos wat door autoriteiten wordt verkondigd. Ze vormen hun eigen mening en hebben daardoor onder meer ontdekt dat de lichamelijke achteruitgang met het ouder worden sterk afgeremd kan worden, terwijl geestelijke achteruitgang helemaal niet nodig is. Ze maken zoveel mogelijk gebruik van de toegenomen kennis om gezonde jaren aan het leven toe te voegen.
Ongeveer in de jaren 1970 gaven de babyboomers de impuls tot toenemende belangstelling voor gezond ouder worden. Er verschenen talrijke publicaties over mogelijkheden daartoe, zoals bijvoorbeeld het boek "120 Jaar jong: de praktische wetenschap van gezond langer leven" door prof. dr. J.G. Defares. [ref.2] Er is tegenwoordig veel kennis beschikbaar over lang leven en gezond blijven en de nieuwe ouderen passen deze kennis stelselmatig toe. Dankzij het internet wordt nieuwe informatie over gezond ouder worden tegenwoordig ook snel in de samenleving verspreid. Wie er naar zoekt kan online allerlei nuttige tips vinden.
Het is dankzij de tegenwoordig beschikbare kennis goed mogelijk om gezonde jaren aan het leven toe te voegen. De lichamelijke achteruitgang kan sterk afgeremd worden, waardoor het steeds meer mogelijk wordt om veel langer te leven dan tot voor kort als normaal werd beschouwd. Heel lang leven en ook vitaal blijven is tegenwoordig niet meer een onrealistisch ideaal. Op YouTube zijn talrijke filmpjes te zien over honderdplussers die nog enthousiast leuke dingen doen en zelfs professioneel actief zijn.
Met een informatiebewuste levensattitude ontdekt iemand steeds meer mogelijkheden om ook op oudere leeftijd gezond en vitaal te blijven. Belangrijk is vooral dat men zich niet door de tegenwoordig overheersende materialistische levensopvatting op een dwaalspoor laat brengen. Als je beseft dat je als spiritueel wezen onsterfelijk bent leef je een stuk makkelijker. Het niet kunnen accepteren van de uiteindelijk onvermijdelijke lichamelijke dood geeft veel stress, hetgeen de lichamelijke veroudering bespoedigt. Wie zekerheid heeft verkregen over het eigen spirituele bestaan leeft veel gelukkiger. Een positieve psychosomatische bijwerking daarvan is dat je ook op oudere leeftijd makkelijker gezond blijft.
Dat de nieuwe knowhow over behoud van gezondheid en vitaliteit nog lang niet algemeen bekend is komt vooral doordat de mainstream media er niet voldoende over informeren en bovendien nog steeds een achterhaald ouderenbeeld in stand houden. In de kranten, op de tv en via de internetnieuwsdiensten wordt nog steeds voornamelijk het beeld van de veel zorg ontvangende oudere gepresenteerd. Dat idee wordt helaas ook nog vaak door ouderen overgenomen. Hoe meer oudere mensen naar de televisie kijken hoe negatiever hun beeld is van het ouder worden, zo bleek bij een onderzoek. [ref.3]
Het door de media in stand gehouden stereotype ouderenbeeld veroorzaakt uiteenlopende vormen van ouderendiscriminatie. Zo zouden bijvoorbeeld de corona maatregelen, die veel persoonlijk leed en maatschappelijke schade veroorzaken, vooral nodig zijn om de categorisch als kwetsbaar beschouwde ouderen in de samenleving te beschermen. Dat heeft al tot ergerlijke vormen van ouderendiscriminatie geleid, [ref.4] onder meer tot onacceptabel woordgebruik als "dor hout" voor oude mensen. Dat de kwetsbaarheid voor het corona-virus klakkeloos aan leeftijd wordt gekoppeld is heel misleidend, want ook veel ouderen horen tot het deel van de bevolking dat dankzij een goed afweersysteem vrijwel onvatbaar is voor luchtweginfecties als griep en corona.
Verschillende vooroordelen over oudere mensen worden doorgaans niet eens als discriminerend beschouwd, zo algemeen zijn ze. Veel stigmatiserende opvattingen over bejaarde mensen worden gedachteloos in stand gehouden. Zo wordt bijvoorbeeld voor senioren nog steeds soms het denigrerende woord "oudje" gebruikt. Ook ergerlijk is "opa" of "oma" voor een oudere persoon van wie men geen familie is. Het negatieve beeld dat nog veel ouderen als gevolg van dit soort bejegening van zichzelf hebben werkt als een selffulfilling prophecy, want een ongunstig zelfbeeld versnelt de verouderingsprocessen. Ouderen met een positief beeld van zichzelf leefden gemiddeld 7,5 jaar langer, zo bleek bij een onderzoek. [ref.5]
Het inzicht breekt gelukkig door dat de oudere mens juist heel waardevol is voor de maatschappij. Naarmate het achterhaalde ouderenbeeld verder uit de samenleving verdwijnt zal ook het respect voor oudere mensen weer hersteld worden. Dat is overigens pas vrij recent sterk achteruit gegaan; ongeveer een halve eeuw geleden werd het nog enthousiast bezongen.
Herstel van de waardering voor de oudere mens zal er ook toe leiden dat de bezorgdheid in de samenleving over het vermeende vergrijzingsprobleem verdwijnt. De toename van het aantal oudere mensen is niet nadelig maar juist gunstig voor de moderne civilisatie. De senioren kunnen hun in de loop van het leven verworven wijsheid aan de jongere generaties doorgeven. Hun ervaringskennis is onontbeerlijk voor een maatschappij die met grote problemen te maken heeft.
De voorspelling die Ken Dychtwald 20 jaar geleden deed dat er steeds meer mogelijkheden voor ouderen zouden komen om aan het maatschappelijke en economische leven te kunnen deelnemen [ref.6] is weliswaar nog maar ten dele uitgekomen, maar deze trend zet nog wel steeds door. Veel senioren dragen tegenwoordig actief bij aan het functioneren van de moderne samenleving, als bijvoorbeeld vrijwilliger of vrije beroeper. Toch wordt het nog steeds normaal gevonden dat oudere mensen buiten spel worden gezet. Als je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt en je hebt een baan die je nog steeds uitstekend vervult dan krijg je toch ontslag.
Niet alle wegens hun leeftijd uitgerangeerde nog bekwame senioren slagen erin om op een andere manier toch actief te blijven. Dat is nog steeds moeilijk, maar het kan wel en gebeurt ook steeds meer. Op het internet zijn vele artikelen en filmpjes te vinden van mensen die ook op oudere leeftijd nog steeds actief zijn en plezier in hun werk hebben.
Te verwachten is dat in een wat verdere toekomst de oudere mens juist wel zal worden gewaardeerd in de maatschappij. In het bedrijfsleven en bij de overheid zal men bij sollicitaties aan oudere mensen de voorkeur geven. Die kunnen immers hun schat aan ervaring inbrengen.
Economisch actief blijven is ook nodig voor ouderen die anders van alleen de AOW moeten leven. Dat is immers nauwelijks mogelijk. De AOW is erg laag om van te leven, maar kan wel helpen om eventueel op oudere leeftijd de overstap naar een andere carrière te maken. Op oudere leeftijd wil iemand vaak graag een ander soort werk gaan doen, omdat hij of zij dit leuker en zinvoller vindt. Ook kan het wenselijk zijn om te beginnen met iets wat minder lichamelijk belastend is. De voorspelling van Ken Dychtwald dat het normaal zal worden om meerdere keren in het leven een nieuwe cyclus van onderwijs, arbeid en vrije tijd te starten is voor een deel al uitgekomen, [ref.6] en deze trend zal zich ongetwijfeld voortzetten.
Informatiebewuste vitale senioren zullen er steeds meer op aandringen dat de ouderendiscriminatie stopt en dat er meer bekendheid wordt gegeven aan nieuwe kennis over gezond ouder worden. Als mensen in de loop van hun leven beter op het gebied van gezondheid geïnformeerd worden dan zal er ook minder medische zorg nodig zijn. Nieuwe kennis wijst er bijvoorbeeld op dat gezondheid langs psychosomatische weg kan worden bevorderd. [ref.7] Door meer gebruik te maken van een belangrijke bron van gezondheid, de psychosomatiek, zal de zorg minder duur worden en zal er meer zorg beschikbaar zijn voor als het echt nodig is.
Referenties
1. Frank Schirrmacher: "Het Methusalemcomplot"; Byblos Boeken, Amsterdam, 2005.
2. Prof. dr. J.G. Defares: "120 Jaar jong: de praktische wetenschap van gezond langer leven"; Strengholt, Naarden, 1987.
3. Donlon MM et al; Re-vision of older television characters; a stereotype-awareness intervention; Journal of Social Issues 61(2):307-319, 2005.
4. Neeltje: "Ouderendiscriminatie ? "Dor hout"; neeltjeleeft.wordpress.com, 15 mei 2020
5. Levy BR en Slade MD; Longevity increased by positive self-perceptions of aging; Journal of Personality and Social Psychology 83(2):261-270, 2002.
6. Dychtwald K; The age wave is coming; Public Management 85(6):6-11, 2003.
7. Charles de Monchy: "De derde revolutie in de geneeskunde"; Melinda Uitgevers, 2016.
De publicatie van FiLOSCOOP wordt verzorgd door Bureau Everink te Almere.
Copyright © 2021 Victor Christiano, Bureau Everink