Intelligent Design, een andere kijk op de evolutie (1) Het neodarwinisme, een materialistische
evolutietheorie
door Jan Everink
De tegenwoordig nog steeds
overheersende theorie van de evolutie is het neodarwinisme, dat in grote
lijnen is gebaseerd op het werk van Charles Darwin. Volgens het darwinisme
en vooral volgens het neodarwinisme kan er in de evolutie géén sprake zijn
van doelgerichtheid. De hele levende natuur wordt verklaard als het
product van toevallige veranderingen. Tegenover deze opvattingen van de neodarwinisten begint thans een nieuw
wetenschappelijk uitgangspunt terrein te winnen dat wordt aangeduid als
intelligent design (ID). De aanhangers van deze richting wijzen erop dat
door empirisch onderzoek steeds meer feiten aan het licht komen die
strijdig zijn met het neodarwinisme. Ze willen dat de mogelijkheid van
doelgerichte intelligentie in de evolutie niet langer wordt uitgesloten.
Natuurlijke selectie
In 1859 publiceerde Charles Darwin in zijn boek "Origin of
Species" (De Oorsprong van de Soorten) bepaalde inzichten die waren gebaseerd
op door hem verricht onderzoek op de Galapagos eilanden, een eilandengroep in
de Stille Oceaan. Hij had vogels van verschillende eilanden verzameld en
bestudeerd, en daarbij ontdekt dat op ieder van deze eilanden specifieke
vogelsoorten voorkwamen. Daardoor kwam hij tot zijn conclusie dat geologische
isolatie de ontwikkeling van een soort in een bepaalde richting stuurt.
Dat dit zo is komt volgens Darwin door het mechanisme van de
natuurlijke selectie. Omdat in een bepaalde natuurlijke omgeving de
beschikbare voedselbronnen en andere voorzieningen beperkt zijn vindt er
altijd een soort strijd om het bestaan plaats. Er is niet genoeg voor
iedereen, dus alleen de dieren die het best in staat zijn om in hun
levensonderhoud te voorzien blijven lang in leven. Deze het best aan de
omgeving aangepaste dieren krijgen omdat ze langer leven veel nakomelingen.
Dit heeft tot gevolg dat er een natuurlijke selectie
plaatsvindt, stellen de darwinisten en ook de neodarwinisten. Als sommige
exemplaren van een diersoort door toeval een erfelijke eigenschap verwerven
waardoor ze zich beter in de omgeving kunnen handhaven zullen deze dieren en
hun nakomelingen beter overleven. Door deze natuurlijke selectie blijven
toevallig verworven gunstige eigenschappen in volgende generaties bestaan,
waardoor de soort geleidelijk evolueert en zich steeds beter aanpast aan de
omgeving.
"Er is géén
doelgerichtheid"
Volgens de neodarwinisten is voor de evolutie geen ander
verklaringsmechanisme nodig dan de natuurlijke selectie. Het wordt door hen
als onwetenschappelijk beschouwd om andere mogelijke oorzaken dan de
natuurwetten en het toeval te postuleren. Dit materialistische paradigma is
gebaseerd op het positivisme, dat aan het begin van de 19de eeuw
werd geïntroduceerd door de Franse filosoof Comte. Volgens het positivisme moet de wetenschap zich uitsluitend
bezighouden met de oorzaken en gevolgen in het materiële universum en niet zoeken naar essentiële
beginselen. Het wordt als onwetenschappelijk beschouwd om voor verschijnselen
oorzaken te veronderstellen die niet tot het materiële universum behoren.
De neodarwinisten zijn tegen het intelligent design
beginsel omdat
intelligent design niet in overeenstemming is met de positivistische
wetenschapsfilosofie en het daaruit voortvloeiende materialisme. Het
positivisme heeft in de twee eeuwen dat het bestaat geleid tot materialistisch
reductionisme: de thans in de wetenschappen bestaande intentie om alles te
willen verklaren op basis van de bestaande natuurwetten.
Intelligent design
Het neodarwinisme kan kort worden omschreven als een
materialistische evolutietheorie. Het materialisme legt bepaalde beperkingen
op aan de wetenschappelijke theorievorming en het neodarwinisme blijft als
theorie binnen deze beperkingen. Tegenover de opvattingen van de
neodarwinisten begint thans een nieuw wetenschappelijk concept terrein te
winnen dat wordt aangeduid als intelligent design, veelal afgekort als ID. De
aanhangers van dit concept vinden dat de door het materialisme opgelegde
beperkingen onnodig en niet rationeel zijn en de wetenschappelijke vooruitgang
beperken.
ID is niet de religieuze opvatting dat alle soorten in één
keer kant-en-klaar door God zijn geschapen. Wanneer men vandaag de dag spreekt
over intelligent design dan wordt de evolutie als zodanig in het algemeen niet
bestreden. Het gaat niet om een gedetailleerde nieuwe theorie voor het
ontstaan van de soorten maar om het niet bij voorbaat afwijzen van elke
mogelijkheid dat in de evolutie intelligentie en bedoeling een rol hebben
gespeeld. ID-wetenschappers als Michael J. Behe, Phillip E. Johnson, Jonathan
Wells, Walter L. Bradley en William A. Dembski maken bezwaar tegen het thans
dominerende dogmatische materialisme dat elke mogelijkheid van creatief
ontwerp per se wil uitsluiten. Intelligent design is een noodzakelijke nieuwe theorie omdat
het neodarwinisme teveel in strijd is met recente empirische
feiten. Het zijn
de onoplosbare problemen van het neodarwinisme waardoor geleidelijk een
principieel andere benadering terrein wint.
Het concept van een zekere intentie en doelgerichtheid in de
evolutie is overigens al ouder dan het neodarwinisme en zelfs dan het bekende
boek van Darwin dat verscheen in 1859. Al in 1809 werd door Jean Baptiste
Lamarck de eerste evolutietheorie gepubliceerd. Lamarck ging ervan uit dat elk
organisme probeert zichzelf te verbeteren en dat bereikte verbeteringen aan
volgende generaties doorgegeven kunnen worden.
Opkomst positivisme
De ID-theorie was dus in beginsel al bij Lamarck aanwezig
en deze theorie is nooit helemaal weg geweest. De belangstelling voor dit
concept leeft thans op omdat empirische feiten erop wijzen dat het
neodarwinisme niet juist kan zijn. Bovendien is op het gebied van filosofie en
wetenschap thans een verandering gaande. Het positivisme en het
materialistische reductionisme staan, na twee eeuwen toonaangevend te zijn
geweest, steeds meer ter discussie.
Het positivisme werd geïntroduceerd aan het begin van de 19de eeuw. Na de Franse revolutie
die aan het eind van de 18de eeuw had plaatsgevonden moest de
samenleving in Europa op basis van nieuwe uitgangspunten worden georganiseerd.
De macht van de adel en de kerk was sterk teruggedrongen, en daarmee ook de
oude filosofie. Het was de Fransman Comte die de nieuwe filosofische principes
formuleerde en op schrift stelde.
Van de Verlichtingsfilosofie bleef vrijwel niets over. In de 17de en de 18de eeuw hadden de verlichtingsfilosofen
geprobeerd de religie een meer rationele basis te geven dan die van de
kerkelijke dogma's. Locke, Berkeley en Hume hadden zichzelf zeer essentiële
vragen over het leven en het weten gesteld, en er antwoorden op getracht te
geven. Tijdens de Verlichting waren er ook wel materialistische stemmen
opgegaan, maar deze hadden weinig invloed gehad. Het belang van kennis over de
natuur en de wereld werd wel onderkend maar nooit tot leidend principe
verheven. Tot aan het begin van de 19de eeuw leefde de mens in een
overwegend spiritueel georiënteerde maatschappij.
Einde van de Verlichting
Het tijdperk van de Verlichting nam een einde met Kant die
het geloof weer aanwees als de enige manier om op belangrijke levensvragen een
antwoord te vinden. Daarna was er in Duitsland nog wel een opleving door het
werk van Fichte, Schelling en Hegel, maar de twee laatstgenoemden maakten de
filosofie erg gecompliceerd en de functie ervan voor de samenleving ging
vrijwel verloren. In de negentiende eeuw bestond dus op filosofisch gebied een
vacuüm. De Verlichtingsfilosofen waren er niet in geslaagd een synthese tot
stand te brengen tussen wetenschap en religie en behoorden bovendien tot de
oude maatschappelijke orde van vóór de Franse revolutie.
De nieuwe filosofie, die tot op de dag van vandaag de toon
heeft aangegeven, werd het positivisme. Deze filosofie wil zich beperken tot
een methodische aanpak van het materialistische wetenschappelijke onderzoek.
De wetenschap heeft uitsluitend te maken met de praktische problemen van het
leven en moet zich niet bezig houden met metafysische vraagstukken. Volgens
Comte is de metafysica volkomen overbodig en nutteloos.
Deze filosofie sprak aan omdat ze een afwijzing van de oude
orde inhield en een praktische basis bood voor de verdere ontwikkeling van de
wetenschap en de techniek. Het positivisme werd geleidelijk steeds meer
geïnterpreteerd als materialisme, het uitgangspunt dat er uiteindelijk niets
anders bestaat dan het materiële universum.
Alleen de materiële natuur is van belang en de natuurwetenschappen moeten de
basis vormen voor alle andere wetenschappen. Het materialistische
reductionisme is het streven in de wetenschap om alle verschijnselen te
verklaren op basis van de bestaande natuurwetten.
Het neodarwinisme
Het darwinisme werd als evolutietheorie zo populair omdat
het paste in de positivistische filosofie van de 19de eeuw. De
reductionistische interpretatie en uitwerking van de darwinistische
evolutieleer heeft vervolgens geleid tot het neodarwinisme. Essentieel in deze
richting is dat er geen enkele bedoeling in de evolutionaire ontwikkeling
aanwezig is. De hele evolutie is volgens de neodarwinisten gebaseerd op
toeval, met name op toevallige mutaties in het DNA.
Darwin zelf was nog wel van mening dat een levend organisme
zich tijdens het leven enigszins kon aanpassen aan de omgeving, en dat zulke
aanpassingen konden worden doorgegeven aan de nakomelingen. De neodarwinisten
stellen daarentegen dat de evolutie zich in elk stadium voltrekt op basis van
de natuurwetten en het toeval. Aanpassingen zijn volgens hen uitsluitend het
gevolg van toevallige mutaties in de genen. Bij de vele celdelingen die
plaatsvinden gaat wel eens iets verkeerd en dan ontstaat een afwijkend gen.
Soms heeft zo'n afwijking toevallig voordeel voor een organisme, en deze plant
of dit dier is dan in staat beter te overleven. Er ontstaat dan een nieuw type
met betere overlevingskansen, aldus de neodarwinisten. Het neodarwinisme stelt dat er geen andere verklaring voor de
evolutie nodig is dan het toeval en de natuurwetten, een standpunt dat zoals
hierna zal worden toegelicht wetenschappelijk onhoudbaar is gebleken.
Naar deel
2 >> |