|
|
De verdwijnende plantenrijkdom van het Amsterdamse Westerdokseiland
door Jan Roodfebruari 2004
Beeldend kunstenaar en auteur
Jan Rood woont en werkt
te AmsterdamZo ongeveer een jaar geleden heb ik in FiLOSCOOP onder de titel "Veranderingen op het Amsterdamse Westerdokseiland" de ontstaansgeschiedenis alsook de - toen - huidige stand van zaken op het eiland beschreven.
Hoe is de situatie inmiddels geworden? Het Westerdokseiland, een relatief onbekend eiland ten westen van het Centraal Station te Amsterdam, is geliefd bij plantkundigen vanwege de vele redelijk unieke plantensoorten die erop te vinden zijn. Maar dat gaat veranderen: het wordt een wooneiland. De unieke "vergeten" natuur gaat plaats maken voor nieuwbouw, veel nieuwbouw.
Als U dit voorjaar (2004) op zoek gaat naar plantjes, denk ik dat er nog wel het nodige te vinden zal zijn en misschien het jaar daarop ook nog wel, maar dan zal het echt over zijn.
Bestaande bebouwing verdwenen
Het bouwrijp maken van het eiland vordert met rasse schreden. Zo is het eiland nu praktisch kaal: de douaneloodsen zijn inmiddels verdwenen. Veel soeps was het wel niet, maar kunstenaars etc. konden er goed in terecht. |
|
|
Het paadje tussen de loodsen en het Westerdok was een avontuurlijk iets. En de spoorbrug, die de treinen toegang verschafte tot het eiland, wordt op dit moment weggehaald. Het draaibare deel staat nu nog op zijn sokkel.
|
Aan de andere kant van het eiland heb je het uitsteeksel "Het Stenen Hoofd" waarvan de kademuren een prima voedingsbodem vormen voor enkele unieke varensoorten (zie opsomming aan het einde van dit artikel). Maar in ieder geval, daarop was tevens het Bungy-jump centrum gevestigd. |
|
|
Mensen sprongen uit een hijskraanbakje van grote hoogte naar beneden en werden tegengehouden vlak boven het water van het IJ. Herman Brood sprong daar ooit als een van de eersten uit. Wellicht werd hij er door op een idee gebracht. Maar evenals Herman is de kraan nu dus ook verdwenen. |
Over het verdwijnen van die Bungy-jump ben ik niet geheel rouwig. Want als er gesprongen werd, klonk er vaak een door de springers en springsters geuite triomfantelijke oerkreet, die mij iedere keer weer deed opschrikken, zeker als het een beetje stille dag was (ik woon namelijk vlak bij het eiland en kon de mensen zien springen). |
|
|
Ook zijn de loodsen van de Gemeente Reiniging verdwenen. De grond is geëgaliseerd. Er staat daar nu echter wel een vogelverschrikker op. Waarom is mij onduidelijk. Maar dat is nu de huidige situatie. Bijna alle opstallen zijn verdwenen. |
Het terrein wordt zogezegd bouwrijp gemaakt. En er gaan dus de komende jaren huizen gebouwd worden, veel huizen. |
|
|
Dat is leuk voor de aannemers etc. en de nieuwe bewoners, maar jammer voor de kunstenaars, plantenliefhebbers en hondenbezitters. Kaal, dat is het eiland nu. Maar in het komende voorjaar komen er gelukkig ongetwijfeld de nodige plantjes weer op. |
Vorig jaar zijn we nog in aller ijl foto's van wat planten wezen maken voordat het te laat was, zodat ze voor dit artikel vastgelegd zouden zijn. Ongetwijfeld komen er een aantal dit jaar nog op, maar niet allemaal meer, denk ik. |
|
|
Zo groeide er bijvoorbeeld de laatste jaren tegen een bepaald hek aan, de Hop, een echte klimmer. Vanmorgen constateerde ik dat het bewuste hek ook verdwenen is. Weg Hop, dus. |
Meer over de plantenAlle bij dit artikel afgebeelde planten werden gefotografeerd op het Westerdokseiland. Van enkele ervan volgt hier een korte beschrijving.
De Steenkruidkers is een stikstofliefhebber en groeit mede daarom tussen de straattegels etc. van voornamelijk de oude binnenstad. Reeds in 1852 wordt de Steenkruidkers al in de Flora Amstelaedamensis genoemd. Dan komt dit plantje al overvloedig voor op de oevers van het Westerdok.
|
Het is oorspronkelijk afkomstig uit de kuststreek en groeit dan tussen de basaltblokken van dijken. Het plantje ruikt een beetje muisachtig en groeit ook graag op pisplekken van honden en mensen vanwege de ammoniak in de urine. |
De Koningskaars wordt ook wel Toorts
genoemd omdat hij inderdaad als toorts gebruikt is. Gedoopt in
een harsachtige vloeistof kon deze plant lang branden.
|
|
|
De Wilde Peen is een schermbloemige. De wortel van de Wilde Peen is sedert oeroude tijden veredeld tot groente. Wilde Penen zijn het best te herkennen aan het purperen vlekje in het hart van het bloeischerm. Graaf er maar eentje uit en ruik maar eens aan de wortel. |
De Grote Kaardebol is beschermd en vrij zeldzaam. Op sommige plaatsen komt hij echter in ruime mate voor. Zo genoemd omdat deze plant voorheen werd gebruikt om te kaarden. Dat is door middel van een kaarde de vezels van een te spinnen stof ontwarren en evenwijdig leggen. Tot 2 meter hoge, tweejarige plant. |
|
|
De Hop is een klimmend en slingerend kruid. Hoort bij de hennepfamilie. Er zijn mannelijke en vrouwelijke planten. De Hop heeft een harmonisch gevormd blad dat handnervig is. De vrouwelijke bloesem laat vruchten na, die bellen heten en die trosgewijze als druiven neerhangen. De bierbrouwer gebruikt de hopbel al eeuwen om zijn bier te conserveren en er een aangename bittere smaak aan te geven. |
Duizendblad is een taaie plant en kan tegen een stootje. De wortels zijn vertakt en vormen een dicht horizontaal net, waaruit tientallen stengels opschieten. Hij gaat begin juni in bloei. De bloemblaadjes zijn wit of roze. De Duizendblad lijkt een schermbloem, maar van dichtbij bekeken zie je dat het een zuivere composiet is met een hartje van geelgepunte buisbloemen, omgeven door een stuk of vijf lintbloemen. |
|
Nog vele andere soorten
Behalve de afgebeelde planten heb ik de afgelopen jaren nog heel wat meer soorten aangetroffen, zoals bijvoorbeeld (niet in alfabetische volgorde): Harig Wilgenroosje; Wolfspoot; Akkerhoornbloem; Grote- en Gewone Berenklauw, Bezemkruiskruid; Bijvoet; Boerenwormkruid; Canadese Fijnstraal; Grijskruid; Grote Klis; Kleefkruid; Kompassla, Bleke Morgenster; Ballote; Damastbloem; Lidrus; Blauwe Knoop; Bosrank; Vlasbekje; Beemdkroon; Muurpeper; Pastinaak; Sint Janskruid en diverse Kamillesoorten.
Ook zijn er de afgelopen jaren wat plantensoorten op het eiland ingezaaid, zoals: Saffloer; Gele Ganzenbloem; Knopherik; Phacelia.
Op de kades van het Stenen Hoofd trof ik aan: de Eikvaren; Steenbreekvaren; Mannetjesvaren; Schubvaren en de Muurvaren. Maar er zijn er nog meer te vinden.
Dit was dan weer een verslag over het Westerdokseiland. Veel plezier bij een bezoek eraan.
De publicatie van FiLOSCOOP
wordt verzorgd door Bureau Everink te Almere
Copyright © 2004 Jan Rood, Bureau Everink
Foto's Jan Everink