|
|
Gemeente De Bilt: van klooster-omgeving tot villadorp en recreatiegebieddoor Katja Vogel
februari 2002
De nabij Utrecht gelegen gemeente De
Bilt bestond tot voor kort uit twee sterk verschillende dorpen: het
compact gebouwde oude De Bilt en het veel jongere villadorp Bilthoven.
Sinds enige tijd behoren ook Maartensdijk, Groenekan,
Hollandsche Rading en Westbroek tot De Bilt. Bezienswaardig in de gemeente De Bilt zijn onder meer verschillende prachtige landhuizen en diverse andere historische gebouwen. |
|
||||
In de bossen van de landgoederen Houdringe en Beerschoten is het heerlijk wandelen. |
Dorp rond station
De geschiedenis van Bilthoven is nauw verbonden met die van het NS-station. Het betrekkelijk jonge dorp is min of meer om het station heen gebouwd, waarbij de spoorlijn de grens vormt tussen Bilthoven-Noord en Bilthoven-Zuid. Oorspronkelijk was de halteplaats bedoeld voor de inwoners van het zuidelijker gelegen, veel oudere dorp De Bilt. Het "Station De Bilt" lag echter nogal ver van het dorp, namelijk ongeveer een half uur lopen.
Met als gevolg dat in het begin van de vorige eeuw, toen de trein als vervoermiddel steeds belangrijker werd, in de buurt van het station veel huizen werden gebouwd. Deze riante huizen, die met recht de naam villa dragen, bepalen nog steeds het beeld van het huidige Bilthoven, de naam die het nieuwe dorp in 1917 kreeg.
Het weidse Bilthoven, met haar prachtige villa's en voor de voetganger en wandelaar plezierig brede trottoirs, maakt nog steeds deel uit van de gemeente De Bilt, al is het station inmiddels omgedoopt in "Station Bilthoven".
De BiltEen geheel andere sfeer dan in Bilthoven treft men aan in het veel oudere dorp De Bilt. Daar vindt men in de compact gebouwde dorpskern een gezellige winkelstraat en diverse historische panden, zoals het voormalige "schoolhuis" aan de Burgemeester de Withstraat. Dit vermoedelijk omstreeks 1650 gebouwde pand wordt als het oudste huis van De Bilt beschouwd.
Van historisch belang is ook de aan de Dorpsstraat gelegen kerk, die sinds 1652 in gebruik is, zij het dat het gebouw toen nog aanzienlijk kleiner was dan tegenwoordig. In 1839 werd de huidige toren, die de bijnaam De Biltse Peperbus heeft gekregen, aangebracht. Het dwarspand met de consistoriekamer werd waarschijnlijk in 1885 gerealiseerd.
Als oudste van de twee dorpen was De Bilt aanvankelijk ook de plaats waar het bestuur van de gemeente zetelde. Door de opkomst van Bilthoven en de groei van het inwoner-aantal voldeed het oude gemeentehuis op den duur echter niet meer aan de eisen van de tijd, en werd een ander pand gezocht. Gekozen werd voor de bijzonder fraaie buitenplaats Jagtlust, een in Bilthoven gesitueerd historisch gebouw dat in 1928 door de gemeente De Bilt werd gekocht. Na de noodzakelijke verbouwingen werd het in 1932 in gebruik genomen als gemeentehuis, een functie die het nog steeds vervult.
Jagtlust
Wel beschikt de gemeente tegenwoordig tevens over een nabij Jagtlust gelegen modern gebouw, waarin een deel van de gemeentelijke taken wordt uitgevoerd. Jagtlust wordt thans onder meer gebruikt voor het voltrekken van huwelijken.
Middeleeuwse kloostersIn de Middeleeuwen bevonden zich op het grondgebied van het huidige De Bilt twee belangrijke kloosters: Oostbroek en Vrouwenklooster. Deze kloosters bezaten verschillende boerderijen, de zogenoemde uithoven. Later kwamen deze uithoven veelal in het bezit van particulieren, die er in een aantal gevallen fraaie buitenplaatsen van maakten.
Heideveld op het
landgoed Houdringe
In het dunbevolkte Nederland van de Middeleeuwen trof men vooral twee soorten centra van civilisatie aan: de kastelen en de kloosters. In de omgeving die we thans kennen als De Bilt speelden de twee kloosters een zeer belangrijke rol.
Veel oude landhuizen in de gemeente De Bilt waren aanvankelijk uithoven of andere gebouwen die tot een van de twee kloosters behoorden. Zo is het bekende Meteorologisch Instituut gebouwd vlakbij de plaats waar Vrouwenklooster stond. Het gebouw van het Meteorologisch Instituut heeft zelfs nog heel lang de naam "Het Klooster" gehad.
JagtlustHet huidige stadhuis van de gemeente De Bilt, Jagtlust, was oorspronkelijk een uithof van het klooster Oostbroek. In 1641 werd het gebouw verkocht aan Johan van der Nijpoort, oud-burgemeester van Utrecht.
Jaglust veranderde, zoals veel tot de kloosters behorende gebouwen, in de loop der tijd herhaaldelijk van karakter. Van boerderijen werden de uithoven zomerverblijven en later permanent bewoonde landhuizen van regenten en rijke kooplieden.
In 1797 werd de Amsterdamse regent mr. Jan Wolters van de Poll eigenaar van het landgoed Jagtlust. Deze was getrouwd met de koopmansdochter Brechje Agatha de Smeth, die hem 5 kinderen schonk. Helaas stierven ze alle vijf al op jonge leeftijd. In 1823 overlijdt ook zijn echtgenote. Jan Wolters van de Poll was een oudoom van de schrijver Jacob van Lennep. In 1823, twee maanden na de dood van Brechje Agatha, bracht Van Lennep, toen nog student te Leiden, een bezoek aan zijn oudoom.
Dat bezoek aan Jagtlust was onderdeel van een voettocht door Nederland, zo weten we uit het dagboek dat Van Lennep maakte. Uit dit dagboek kunnen we ook opmaken dat de gezondheid van Jan Wolters toen al niet zo best was. Drie jaar later stierf hij, en Jagtlust werd opnieuw verkocht, nu aan de Amsterdammer Willem Diemont. Een eeuw later komt het gebouw in het bezit van de gemeente De Bilt, en wordt het verbouwd tot stadhuis.
Landgoed HoudringeDe bosrijke omgeving van De Bilt biedt de wandelaar en fietser vele mogelijkheden om volop te genieten van de natuur. Een zeer aantrekkelijk natuurgebied is "Houdringe", een buitenplaats met een eeuwenlange historie.
Houdringe, oorspronkelijk een uithof van klooster Oostbroek, heeft in de loop der tijd verschillende eigenaren gehad. In 1779 was het in bezit van de familie Van Westreenen. Dat weten we omdat in dat jaar Pieter Hieronymus van Westreenen, toen ongeveer 11 jaar, een steen met zijn initialen in de voorgevel van het fraaie landhuis metselde. Deze Pieter werd later gezant voor de Koning van Holland in Zweden.
Het direct aan de bebouwde kom van Bilthoven grenzende Noordelijke deel van Houdringe, dat in 1883 een afzonderlijk landgoed werd en thans "Noord-Houdringe" heet, is door de huidige eigenaar opengesteld voor het publiek.
Bospad op het landgoed Houdringe
Wel dient men te beschikken over een toegangskaart, die tegen een geringe vergoeding verkrijgbaar is bij The Read Shop, Hessenweg 113 in De Bilt. Met zo'n kaart kan men op lommerrijke paden en lanen heerlijk wandelen en fietsen in een bosrijke omgeving, waar men ook nog heidevelden aantreft.
Paviljoen BeerschotenHet imposante landhuis Houdringe dat zich dichtbij het dorp De Bilt bevindt is sinds 1954 in het bezit van het ingenieursbureau Grontmij. Het gebouw en de omliggende grond zijn helaas alleen bij bijzondere gelegenheden, zoals sommige Open Monumenten Dagen, toegankelijk voor het publiek.
Houdringe
Wel toegankelijk is het nabijgelegen Paviljoen Beerschoten, dat vroeger dienst deed als koetsierswoning annex paardenstallen voor het eveneens bijzonder fraaie landhuis Beerschoten. Het Paviljoen is thans vooral bekend als informatiecentrum voor de op het terrein van Beerschoten ingerichte permanente expositie van beelden van de bekende kunstenaar Jits Bakker.
Landgoed Beerschoten was aanvankelijk een uithof van Vrouwenklooster. In 1680 werd het verkocht aan mr. Jacob Martens, en in 1765 kwam het in bezit van Theodorus de Smeth. Dochter Brechje Agatha van deze De Smeth trouwde met de al genoemde eigenaar van Jaglust: mr. Jan Wolters van de Poll.Centraal in het land gelegen is de gemeente De Bilt per auto en per openbaar vervoer goed bereikbaar. Zowel vanuit Utrecht als vanuit Amersfoort doet de trein naar Bilthoven er minder dan een kwartier over. Het station ligt midden in het dorp, op loopafstand van het ruime en gevarieerde winkelcentrum De Kwinkelier, waar ook enkele horeca-voorzieningen niet ontbreken.
De publicatie van FiLOSCOOP wordt verzorgd door Bureau Everink te Almere
Copyright © 2002 Katja Vogel, Bureau Everink