Vitalisme: bewust en actief leven

door Jan Everink

september 2006

Het filosofische beginsel dat er behalve een materiële ook een spirituele werkelijkheid bestaat wordt vitalisme genoemd. De mens is méér dan een gecompliceerde chemische machine. Dankzij onze spiritualiteit kunnen we denken, bewuste ervaringen hebben en creatief zijn. Vanuit het vitalisme komt iemand tot een andere lifestyle dan vanuit het in deze tijd nog steeds overheersende materialisme.


Vitalisme

Er bestaat behalve de materiële werkelijkheid ook een spirituele werkelijkheid. In elke levensvorm is een onstoffelijke essentie ofwel ziel aanwezig. Religiestichters en spirituele filosofen hebben benadrukt dat de ziel daadwerkelijk bestaat en onsterfelijk is.

Het inzicht dat levende organismen een spirituele essentie hebben wordt veelal aangeduid als vitalisme. Alle grote wereldreligies zijn gebaseerd op vitalistische beginselen. Het vitalistische uitgangspunt is ook vandaag de dag in de religies nog steeds vanzelfsprekend. In de religies gaat men niet voorbij aan de vele aanwijzingen in de natuur dat levende wezens bezield zijn, dat ze een onsterfelijke ziel hebben en dat deze ziel ofwel psyche het wezenlijke is van elke levensvorm.

In een eerder artikel heb ik de historische ontwikkeling van het vitalisme beschreven. Het vitalistische inzicht is door de eeuwen heen altijd min of meer vanzelfsprekend geweest maar sinds het begin van de 19de eeuw is het geleidelijk verdrongen door het filosofisch materialisme, dat thans een enorme maatschappelijke invloed heeft.

Het filosofisch materialisme wordt in de hedendaagse mainstream-cultuur als onbetwistbaar beschouwd, maar het wordt in toenemende mate door empirische feiten weerlegd. Dat heeft geleid tot de opkomst van het dogmatische materialisme, de hedendaagse attitude in de wetenschap en cultuur om feiten die wijzen op niet-materiële oorzaken te negeren en om mensen die wél een logische verklaring voor zulke feiten proberen te vinden als onwetenschappelijk af te schilderen.


Vitalistische opleving

Ondanks de invloed van het dogmatische materialisme is een krachtige herleving van het vitalisme begonnen. Het hedendaagse vitalisme wil het inzicht dat in ieder mens en in alle levende wezens een spirituele essentie aanwezig is logisch en wetenschappelijk onderbouwen. Wat dit betreft verschilt het van het vitalisme van vroegere tijden, dat voornamelijk was gebaseerd op religieuze en/of persoonlijke overtuiging.

Het vitalisme heeft sinds het begin van de 20ste eeuw geleidelijk weer méér erkenning gekregen door onder meer het werk van de Franse filosoof Henri Bergson, die benadrukte dat er een kracht moet zijn die tegengesteld is aan de in het hele universum waarneembare tendens van toenemende entropie ofwel chaos. Hij noemde die kracht het élan vital. De inzichten van Bergson zijn door natuurwetenschappelijk onderzoek bevestigd. Omdat volgens de wet van de toenemende entropie in het universum alleen maar steeds meer chaos kan ontstaan wordt in de natuurkunde het begrip neg-entropie (negatieve entropie) gebruikt om aan te geven dat er in de natuur ook een ordenend systeem bestaat dat tegengesteld is aan deze wet.

Dit ordenende principe bestaat uit de creatieve werkzaamheid van de levende zielen. Dat veel mensen niet in een onstoffelijke ziel kunnen geloven komt omdat dit geloof ingaat tegen de thans overheersende materialistische filosofie. Maar het materialisme is als filosofisch systeem onhoudbaar gebleken omdat het voortdurend in botsing komt met de werkelijkheid die men waarneemt. Het materialisme heeft twee eeuwen gedomineerd maar de tekenen van een algeheel filosofisch reveil worden steeds duidelijker.

Het hedendaagse vitalisme heeft veel te danken aan het werk van L. Ron Hubbard. Deze toonde aan dat psychische moeilijkheden die op grond van een materialistisch mensbeeld onoplosbaar lijken te zijn wel begrepen en opgelost kunnen worden als wordt aangenomen dat in ieder mens een spirituele essentie werkzaam is. Door de invloed van Hubbard heeft het vitalisme sterk aan maatschappelijke  acceptatie gewonnen en thans is sprake van een niet meer te stuiten opleving. Steeds meer mensen zijn er van overtuigd dat er een spirituele werkelijkheid bestaat die minstens zo belangrijk is als de materiële.

Er zijn veel verschillende religies en spirituele filosofieën maar op een aantal belangrijke punten stemmen al deze richtingen opmerkelijk overeen. Zo is er aanzienlijke overeenstemming over het bestaan van een Opperwezen ofwel God, hoewel verschillend wordt gedacht over de daadwerkelijke bemoeienis van God met de wereld. Verder wordt in alle religies en spirituele stromingen benadrukt dat we als mensen medeverantwoordelijk zijn voor elkaar en voor de wereld waarin we leven. Ook staat voor veel vitalisten vast dat de ziel beschikt over krachtige mentale middelen. De ziel plus deze spirituele vermogens worden tezamen wel aangeduid als A geest@ . Vrijwel alle vitalisten beseffen dat de geest in staat is om de materiële omgeving te beïnvloeden en te sturen.


Vitalistische lifestyle

Vanuit een vitalistische overtuiging komt men tot een andere lifestyle dan op basis van het materialisme. Het hedendaagse vitalisme is praktisch gericht en biedt veel nuttige zekerheden voor het dagelijkse leven. Een van de redenen dat het vitalisme aan het begin van de 19de eeuw zijn positie als leidende filosofie moest afstaan aan het materialisme was dat het toenmalige vitalisme een voornamelijk theoretische aangelegenheid zonder veel praktisch nut was. In het moderne vitalisme gaat het veel meer om praktische levenskennis.

Veel mensen zien thans dat uiteenlopende zekerheden die ze intuïtief al hadden door vitalistische kennis worden ondersteund. Zo stond altijd al voor velen vast dat de materialistische leer dat iemands geluk alleen kan toenemen door behoeftebevrediging niet juist is. Vanuit het vitalisme kan deze materialistische theorie, waarop onder meer de moderne economische wetenschap is gebaseerd, gemakkelijk worden weerlegd. Het kopen van leuke dingen en prettige ervaringen is zeker niet de enige en ook niet de beste manier om jezelf in een gelukkige stemming te brengen. Het is mogelijk om zélf direct invloed op je geestesgesteldheid en emotie uit te oefenen. Vanuit het vitalisme is bekend dat dit vermogen door iedereen ontwikkeld kan worden, omdat het voortvloeit uit de spirituele aard van de mens.


Geluk van binnenuit

Er zijn verschillende boeken geschreven, onder meer door dr. Norman Vincent Peale, over de kracht van enthousiasme. Met enthousiasme kan iemand bergen verzetten, maar wat heb je aan die kennis als je niet in staat bent om uit jezelf enthousiast te worden? Het vermogen om je eigen emotie te beïnvloeden is heel belangrijk. Dat dit vermogen vaak afwezig is komt omdat veel mensen vandaag de dag niet beseffen dat hun meest wezenlijke zelf spiritueel van aard is. Als iemand zich bij het woordje Aik@ niet met het lichaam maar met de ziel identificeert dan is opeens veel meer mogelijk.

Volgens het in deze tijd nog steeds overheersende filosofisch materialisme wordt het al of niet gelukkig zijn vooral bepaald door de materiële privé-omstandigheden. De materialistische mens gelooft in het kopen van gelukservaringen en van allerlei dingen die verondersteld worden iemands geluk te bevorderen.

Wie daarentegen beseft dat mensen, dieren en planten méér zijn dan slechts chemische systemen staat heel anders in het leven. Een vitalistische lifestyle betekent dat men zijn geluk niet alleen van materiële factoren laat afhangen. Gelukkig zijn is een spiritueel vermogen dat ontwikkeld kan worden. De materialistische mens is vaak bezig met het najagen van kortdurende genietingen terwijl de spiritueel bewuste mens veel meer streeft naar duurzaam levensgeluk voor zowel zichzelf als anderen.

Wie zich bewust is van zijn eigen spiritualiteit laat zijn geluk zo weinig mogelijk afhangen van uitwendige omstandigheden, want helaas gebeurt er veel in de wereld dat tot treurigheid en angst aanleiding kan zijn. Het door uitwendige omstandigheden aangetast worden van een gelukkige geestesgesteldheid werd door Boeddha aangeduid met het woord Dukkha, dat vaak wordt vertaald met Alijden@.

Dukkha heeft vooral betrekking op het lijden door de onprettige emoties die min of meer automatisch door velerlei gebeurtenissen en situaties worden opgeroepen. De materialistisch denkende mens heeft geen verweer tegen allerlei neerdrukkende gebeurtenissen en omstandigheden en vestigt al zijn hoop op het voor zichzelf verbeteren van de materiële condities. Dat streven stelt meestal teleur want de privé-omstandigheden zijn maar in beperkte mate te beïnvloeden ook al is men nog zo rijk. Maar nog belangrijker is dat duurzaam geluk uiteindelijk alleen van binnenuit kan komen.


Spiritueel vermogen

Duurzaam geluk kan alleen worden bereikt door een onafhankelijke geestesgesteldheid, door in zichzelf het vermogen tot gelukkig zijn te ontwikkelen en te versterken. Dat spirituele vermogen verdwijnt als men de eigen spiritualiteit ontkent en zichzelf als uitsluitend een lichaam, een chemisch systeem beschouwt. Dan is er geen uitweg uit de conditie van het vaak machteloos overgeleverd zijn aan een door uitwendige factoren veroorzaakt gevoel van machteloosheid.

Voor de materialistisch denkende mens is geluk schaars, want alle geluk moet in dit ene leven door gunstige materiële omstandigheden worden verkregen. De materialistische mens gelooft niet in een leven na de dood. Alleen in dit ene leven kunnen mensen die genoeg geld hebben wat geluk kopen en daarna is het voor altijd afgelopen, meent men. Dit is een treurige kijk op het leven, maar de hedendaagse materialistische mens is zich daarvan niet bewust. Hij beseft niet dat men heel veel geluk uit het leven kan halen, mits men dit er zelf in brengt.

Een duurzame gelukkige geestesgesteldheid is mogelijk op basis van een vitalistische lifestyle. In principe kan ieder mens ongeacht de omstandigheden zélf invloed uitoefenen op zijn emotie en geestesgesteldheid. Het besef van de eigen spiritualiteit stelt iemand in staat om onder velerlei omstandigheden bewust aanwezig te zijn. Wie in zichzelf gelooft kan van elke situatie het beste maken en daarbij ook nog een goed humeur te bewaren.


Doelbewust en actief leven

Maar de omstandigheden hebben toch ook wel invloed op het ervaren van geluk? Dat is zeker zo, en daarom is het ook vanuit het vitalisme belangrijk om de omstandigheden zodanig aan te passen dat ze meer bevorderlijk zijn voor een gelukkige geestesgesteldheid. Uitwendige factoren blijven van belang en we moeten als mens altijd streven naar verbetering van onze omgeving en van de wereld waarin we leven.

Daarom is zinvolle activiteit ofwel arbeid nodig. Vanuit de materialistische filosofie is arbeid een noodzakelijk kwaad, iets dat nu eenmaal moet gebeuren maar dat men liefst zoveel mogelijk vermijdt. Voor de ervaring van velen dat werken ook leuk kan zijn bestaat in het materialisme geen logisch verklaring. Op grond van het vitalisme is plezier in het werk wel heel goed verklaarbaar. Dat plezier heeft te maken met het feit dat de ziel, het spirituele ik, door zinvolle activiteit in een betere stemming komt. Maar als iemand onder invloed van de materialistische cultuur zijn spirituele aard ontkent dan kan de lichamelijke neiging tot inactiviteit de overhand krijgen, dan kan men gaan menen dat vooral "heerlijk nietsdoen"gelukkig maakt.

Spiritueel is de mens in staat zich doelen te stellen om vervolgens plezier te beleven aan het door zinvolle activiteit dichterbij brengen van deze doelen. Het doelgericht ergens mee bezig zijn verhoogt het levensgeluk, of het nu gaat om bijvoorbeeld sportieve training, het huis opruimen of het succesvol maken van een bedrijf. Vitalisme betekent: bewust en actief leven.


Wederzijdse hulp

Vanuit een religieuze of anderszins spiritueel georiënteerde levensopvatting wordt ook veel meer dan vanuit het materialisme beseft dat we in een gemeenschappelijke werkelijkheid leven. De individuele persoon is niet alleen op de wereld. Het is onmogelijk om door alleen verbetering van de privé-werkelijkheid duurzaam levensgeluk te vinden. Wie meent dat geluk kan worden gevonden door zich te verschansen in een luxueuze privé-omgeving zal al gauw erg teleurgesteld zijn.

Toch lijkt de hele samenleving vandaag de dag gebaseerd te zijn op een sterk individualistische levenswijze. Als we de materialistische biologische wetenschap zouden geloven wordt het gedrag van levende wezens voornamelijk bepaald door eigenbelang. Volgens het neodarwinisme is ieder organisme uitsluitend bezig met zelf te overleven. Dankzij die vermeende allesoverheersende neiging, en slechts geholpen door het toeval, zouden de verschillende soorten zijn ontstaan. Volgens de verschillende vitalistische denkwijzen worden levende wezens echter ook en vooral gemotiveerd door de intentie om gezámenlijk te overleven.

Uitgaande van het materialisme is de menselijke drijfveer om elkaar te helpen moeilijk te verklaren. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in de huidige materialistische cultuur vooral het individualisme wordt benadrukt. In de consumentenreclame gaat het vaak alleen om privé-genoegens, persoonlijke bezittingen en individueel succes. Over de milieu-aspecten van allerlei aangeprezen producten hoort men in de reclame nog steeds weinig. Toch komt daar geleidelijk wel verandering in. Mensen met een vitalistische levensopvatting vinden dit belangrijk want ze willen bij hun aankopen rekening houden met de effecten van producten en productiemethodes op het milieu en de samenleving.

Biologische producten zijn gezonder en veiliger dan de producten van de industriële landbouw, maar dat is niet de enige reden om te kiezen voor biologische geteelde producten. Ook een rol speelt dat de intensieve landbouw schadelijk is voor het milieu, onder meer door het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen.

Een andere overweging is dat de industriële werkwijze van de huidige agrarische bedrijfstak onnodig leed en schade toebrengt aan de levende natuur. Industriële productiemethodes zijn prima voor allerlei technische producten maar horen niet thuis in de agrarische sector, aangezien daar met levende wezens wordt gewerkt. Iedere levensvorm heeft een spirituele essentie en moet daarom met enig respect worden behandeld.


Geen leeftijdsdiscriminatie

Op grond van een vitalistische levensovertuiging is elke vorm van discriminatie afkeurenswaardig. De vitalistische afwijzing van ongelijke behandeling op grond van niet-relevante factoren betreft ook de in deze tijd vaak voorkomende leeftijdsdiscriminatie. Het hebben van vooroordelen op grond van iemands leeftijd komt in onze tijd zo veelvuldig voor dat dit vaak als normaal wordt beschouwd.

Zo verschijnen er boeken en artikelen over de vermeende eigenaardigheden van verschillende generaties. Uitgaande van de materialistische veronderstelling dat iemand behalve van biologische factoren geheel het product is van de opvoeding en de tijdgeest is er een zogenoemde generatieleer ontwikkeld. Men onderscheidt tegenwoordig, gaande van oud naar jong, de vooroorlogse generatie, de oorlogskinderen, de babyboomers, de Generatie X, de pragmatische generatie en de millennium-generatie. Op grond van deze indeling worden over hele groepen mensen allerlei stereotype ideeën in de wereld gebracht. Zulke pseudo-wetenschappelijke stereotypen vormen niet alleen een belemmering voor werkelijke interesse in individuele personen, ook kunnen ze tot leeftijdsdiscriminatie leiden.

Niet alleen door deze generatie-indeling maar ook door het materialistische onbegrip over de aard van iemands psychische vermogens wordt leeftijdsdiscriminatie tegenwoordig vaak normaal gevonden. Zo verandert iemand volgens de materialistische filosofie psychisch met het ouder worden aanzienlijk omdat men meent dat de psychische eigenschappen alleen door lichamelijke factoren worden bepaald. Het is op basis van de materialistische filosofie logisch om te veronderstellen dat tegelijk met de vermindering van de lichamelijke capaciteiten die nu eenmaal op latere leeftijd plaatsvindt ook de geestelijke vaardigheden onvermijdelijk achteruitgaan.

Op basis van hedendaagse vitalistische inzichten hebben geheugen, intelligentie en andere psychische hoedanigheden echter slechts ten dele te maken met hersenprocessen en andere lichamelijke factoren. Psychische vermogens kunnen zich gedurende het hele leven handhaven en verbeteren, want het gaat hierbij om vermogens van de ziel, die tijdloos en onsterfelijk is.

In de huidige materialistische cultuur wordt het echter normaal gevonden dat men op oudere leeftijd langzamer gaat denken, niet meer gemakkelijk iets nieuws kan leren en op een onbenullige manier gaat praten. Dat mensen op oudere leeftijd soms inderdaad geestelijk achteruit gaan komt voornamelijk omdat dit in de materialistische samenleving wordt verwacht.

Op grond van een vitalistische levensopvatting is het overmatig veel belang hechten aan leeftijd onzinnig. Het in verschillende hokjes plaatsen van mensen op grond van leeftijd-stereotypen veroorzaakt onnodige verdeeldheid.


Extroverteren

Het hedendaagse vitalisme onderscheidt zich van het vroegere door groeiende praktische kennis over spirituele eigenschappen en capaciteiten. Zo weet men thans dat extroverteren, het naar buiten richten van de aandacht, psychisch bijzonder therapeutisch is en dat in zichzelf gekeerd zijn ongunstig is voor het bewustzijn en het geestelijk welbevinden. Het gebruik van de zintuigen om de omgeving te bekijken en te beluisteren bevordert de spirituele conditie en draagt bij aan het bewaren van een goed humeur. Daarom is het bijvoorbeeld belangrijk om regelmatig te wandelen of te fietsen in een plezierige en veilige omgeving. De materiële werkelijkheid kan een stimulerende invloed op het bewustzijn hebben, mits de omgeving in zekere mate veilig, toegankelijk en esthetisch is.

Veel mensen met een vitalistische levensovertuiging proberen om een deel van hun tijd wandelend of fietsend door te brengen in contact met de natuur. Daarom vinden ze het jammer dat nog steeds veel mooie omgevingen slechts beperkt toegankelijk zijn voor voetgangers en fietsers. Gelukkig wordt er wat dit betreft in Nederland geleidelijk wel veel verbeterd. Ook komt er steeds meer praktische informatie beschikbaar, in gedrukte vorm en op het web, over wandel- en fietsroutes.

Een probleem is dat men om plezierig en ongestoord te kunnen fietsen of wandelen vaak eerst per auto, trein of bus naar een recreatiegebied moet rijden. Dat er fraaie wandelgebieden bestaan is natuurlijk geweldig, maar een bezwaar ervan is dat juist door het gemotoriseerde verkeer naar en van zulke omgevingen de fiets- en wandeltoegankelijkheid van veel andere omgevingen beperkt is. De hinder door het gemotoriseerde verkeer is vooral een gevolg van het feit dat in het verleden bij de aanleg van wegen en spoorlijnen veel te weinig rekening is gehouden met de fietser en de wandelaar. Er zouden bijvoorbeeld op veel meer plaatsen veilige fiets- en voetgangers-onderdoorgangen en -bruggen aanwezig moeten zijn voor het oversteken van wegen, spoorlijnen en waterwegen. Het komt vaak voor dat een omgeving voor de voetganger niet bereikbaar is omdat deze omgeving aan de andere kant van bijvoorbeeld een snelweg of spoorlijn ligt.


Meer fietspaden en wandelpaden

Ook zijn in de meeste landbouwomgevingen in ons land veel te weinig wandel- en fietspaden. In sommige prachtige omgevingen moeten voetgangers, fietsers, bromfietsers, auto= s, motorrijders, wielrenners en landbouwvoertuigen zich allemaal, in twee richtingen, over hetzelfde smalle kronkelige weggetje voortbewegen. Een probleem is bovendien vaak dat de bewegwijzering ten behoeve van de fietsers en wandelaars volstrekt onvoldoende is.

Bij de inrichting van de openbare ruimte, en met name van agrarische gebieden, is in het verleden te weinig rekening gehouden met de fietser en de voetganger. Dat had te maken met het feit dat onvoldoende werd beseft hoe belangrijk het voor de mens is om regelmatig tot zichzelf te kunnen komen door fietsen of wandelen in een open en veilige omgeving.

Mensen met een vitalistische levenshouding zijn vaak enthousiaste fietsers en wandelaars die graag zouden zien dat veel meer openbare omgevingen, niet alleen recreatiegebieden maar ook landbouwomgevingen en stedelijke omgevingen, toegankelijker en veiliger worden voor de fietser en voetganger.

Ook in de toekomst zal een groot deel van ons land een agrarische bestemming hebben. Dat kan in ons dichtbevolkte land alleen als die agrarische ruimte ook een recreatieve functie heeft. Het Nederlandse agrarische landschap kan en moet veel beter per fiets en te voet toegankelijk worden. Landbouw en recreatie kunnen uitstekend samengaan. Gelukkig worden wat dit betreft veel verbeteringen doorgevoerd, al gaat het nog veel te langzaam.

In een dichtbevolkt land als Nederland is meer behoefte aan multifunctionele cultuuromgevingen, geschikt voor recreatie, dan aan ongerepte natuurgebieden. In de loop van eeuwen is ons land bijna geheel door de mens vormgegeven maar dat is pas de laatste tientallen jaren ten koste gegaan van het landschapsschoon. Als er weer door het hele land verspreid vele fraaie toegankelijke cultuurlandschappen zijn is er minder gemotoriseerd verkeer nodig om zulke omgevingen te bereiken.


Spiritueel overleven

Over een vitalistische lifestyle kan veel meer worden gezegd dan in één artikel mogelijk is. Dit is een zeer breed onderwerp. Een belangrijk aspect mag echter zeker niet onvermeld blijven: het door doelgerichte methodes en leefwijzen psychisch in goede conditie willen blijven en het streven naar een hogere spirituele staat.

Over spirituele zelfontplooiing wordt in de verschillende religies en geestelijke stromingen verschillend gedacht. In sommige religies zoals het Hindoeïsme en het Boeddhisme staat de doelstelling van een hoger bewustzijnsniveau centraal, terwijl het in andere religies minder een rol speelt. Ook in verschillende hedendaagse spirituele bewegingen wordt veel belang gehecht aan spirituele groei. Hoe men hier ook over denkt, in iedere religie en spirituele filosofie wordt beseft dat iemands psychische vermogens waardevol zijn en niet aangetast moeten worden.

Aantasting van psychische vermogens komt tegenwoordig echter vaak voor, met name door drugs. Het materialistische denken leidt ertoe dat dit onvoldoende wordt beseft, maar mensen met een spirituele levensovertuiging zijn tegenstander van het gebruik van drugs. Zowel illegale straatdrugs als door de apotheek verstrekte lichaamsvreemde medicijnen hebben op langere termijn een ongunstige invloed op het psychisch functioneren. Ze verstoren het vermogen van de ziel om via het neuro-endocriene systeem de emotionele en lichamelijke conditie te sturen. Dat vermogen is belangrijk voor iemands psychische gezondheid en moet niet door het innemen van giftige chemische substanties worden ondermijnd.

Er zijn om de gezondheid te bevorderen veel veilige niet-giftige substanties verkrijgbaar. Over de therapeutische mogelijkheden van voedingssupplementen is bijvoorbeeld veel onderzoek gedaan en het staat wel vast dat deze veilige producten tegen veel aandoeningen kunnen helpen.

Het vitalisme heeft als filosofisch uitgangspunt door de eeuwen heen bestaan. Het geloof in een spiritueel leven is essentieel in alle religies en geestelijke stromingen. Dat het vitalisme in de samenleving weer belangrijker wordt en steeds meer wetenschappelijk wordt onderbouwd is niet toevallig: het filosofisch materialisme is een dwaalspoor gebleken en er is een betere filosofische fundering van onze cultuur nodig. Over uiteenlopende aspecten van een vitalistische lifestyle zal op de filoscoop website regelmatig nieuwe informatie worden geplaatst.


De publicatie van FiLOSCOOP wordt verzorgd door Bureau Everink te Almere
Copyright © 2006 Bureau Everink

free hit counter