febr.
2023
febr.
2023
februari 2023
De spirituele capaciteiten van een ziel hebben te maken met het kunnen beschikken over ruimte. Om spiritueel te kunnen groeien heeft de ziel ruimte nodig, maar het zich bevinden in een ruimtelijke omgeving is wat dit betreft niet voldoende. Het gaat erom de ruimte bewust te beleven.
De ruimte van het materiële universum lijkt onafhankelijk te bestaan van de levende wezens die er in verblijven. Kennis over die ruimte, zoals door de fysica wordt verschaft, helpt weinig in verband met zelfrealisatie. In de fysische wetenschap wordt veelal gesproken over “de ruimte” als een onvoorstelbaar grote kosmische leegte. Die ruimte blijft erg theoretisch, terwijl de voor zelfrealisatie van belang zijnde ruimte met zekerheid aanwezig en waarneembaar is in de omgeving waar men verblijft.
Het fenomeen ruimte levert problemen op als men er over gaat nadenken, maar niet als men er in het dagelijkse leven mee omgaat. Om over ruimte te beschikken hoeft iemand alleen maar rond te kijken, want door dat te doen creëert hij in feite zelf ruimte. Een mens is als spiritueel wezen in staat om zelf ruimte te creëren. De ruimte van het materiële universum kan worden beschouwd als een hulpmiddel daartoe. Om spiritueel te groeien is het zinvol om allereerst dit hulpmiddel zo goed mogelijk te gebruiken.
Het Sanskriet woord Akasha betekent ruimte en heeft ook te maken met bewustzijn. Een jiva kan uiteindelijk ook zonder hulp van de materiële omgeving ruimte creëren en zo verder groeien naar een hoger bewustzijnsniveau, naar de spirituele staat van Atman. Daartoe is vooral nodig dat die groei niet langer wordt belemmerd door onwetendheid. “As the sun appears after the destruction of darkness by dawn, so Atman appears after the destruction of ignorance by Knowledge,” aldus Sankara. [ref.4] Tot die hoge spirituele staat is bereikt kan ook de gewone ruimtebeleving in de materiële omgeving bijdragen aan iemands spirituele groei. Ook bij het ervaren van fysische ruimte creëert de ziel die ruimte in feite zelf. De materiële omgeving doet daarbij dienst als hulpmiddel.
Een ruimte kan niet direct worden waargenomen aangezien deze doorzichtig is. Men kijkt er doorheen. Om een ruimte toch te ervaren moet je de buitenste objecten van die ruimte waarnemen. De ruimte waar je bent wordt werkelijk door te kijken naar de dingen die de omgeving begrenzen, de dingen die zich rondom de ruimte bevinden. Een ruimte komt namelijk tot stand door het waarnemen van de omgeving, die bestaat uit dimensiepunten, zo werd door L. Ron Hubbard duidelijk gemaakt. Bepaalde dimensiepunten ofwel ankerpunten zijn de stabiele punten waardoor een ruimte wordt afgebakend. Om een ruimte er te laten zijn gebruikt een ziel de buitenste dimensiepunten ervan, de ankerpunten, om die ruimte houvast te geven. [ref. 5, 6]
Dat de materiële omgeving helpt bij ruimtecreatie is mogelijk doordat deze omgeving kant-en-klare ankerpunten levert. Dankzij die punten is er ruimte, en dankzij die ruimte kun je spiritueel aanwezig zijn. Door in de omgeving waar je bent nu en dan rond te kijken maak je die omgevingsruimte voor jezelf tot werkelijkheid.
Het zoveel mogelijk bewust ervaren van de zintuiglijk waargenomen ruimte kan een belangrijke stap zijn naar zelfrealisatie. Dat de fysische ruimte vaak niet optimaal wordt waargenomen komt omdat mensen geneigd zijn om vooral voor bepaalde dingen in de ruimte belangstelling te hebben. De aandacht wordt steeds opnieuw door iets speciaals getrokken, waardoor men er niet aan toe komt om rond te kijken en zo de hele ruimte te ervaren. Ook doordat men in gedachten is of met iemand een gesprek voert wordt vaak verzuimd om rond te kijken. Dat is niet nodig. Het is goed mogelijk om over iets na te denken en/of met iemand te praten en ook enige aandacht voor de ruimtelijke omgeving te hebben.
Ruimtelijk bewustzijn draagt bij aan iemands spirituele conditie. Door het bewust ervaren van de ruimte waar men verblijft en actief is verkrijgt iemand meer zekerheid in die omgeving. Het jezelf eigen maken van de ruimte is belangrijk om iets te kunnen doen. Door de ruimte waar men zich bevindt bewust te creëren wordt iemand oorzaak in die omgeving, schreef L. Ron Hubbard. [ref.6]
De manier bij uitstek om de ruimte om je heen te ervaren is blikken te werpen op datgene waardoor die omgeving wordt afgebakend. Die objecten leveren namelijk de ankerpunten van de ruimte. In een binnenomgeving zorgen de wanden en de meubels voor de ankerpunten. In een stad of dorp zijn het vooral de gebouwen die de ruimte begrenzen. In een landelijke omgeving bepalen ook bomen, houtwallen etc. de ruimtelijke structuur. Een weids landschap geeft veel ruimte omdat de ankerpunten zich ver weg bevinden.
Ruimte ervaren is eigenlijk ruimte creëren, en dat doet men vanzelf als men bijvoorbeeld een mooi landschap bewondert. Maar ook door wandelen en rondkijken in een gewone stedelijke omgeving kan iemand de omgevingsruimte er laten zijn. Een nieuwe omgeving is interessant en dat maakt de ruimtelijke creatie gemakkelijk. Maar ook als er niets bijzonders te zien is kan rondkijken helpen om het ruimtelijke bewustzijn te vergroten. Het regelmatig je blik in de omgeving laten rondgaan heeft in elke omgeving een heilzaam bewustzijnsverruimend effect.
Dat geldt ook voor binnenomgevingen. Mensen voelen zich in een ruimte waar ze nog niet eerder zijn geweest vaak niet op hun gemak. Dat komt omdat ze die ruimte nog niet hebben gecreëerd door er in rond te kijken. Om je een ruimte eigen te maken moet je die ruimte visueel verkennen. Dat doe je door blikken te werpen op de objecten en de wanden rondom de ruimte. Je hoeft die niet heel aandachtig te bekijken; het is voldoende om te zien dat ze er zijn en dus de buitengrens van de actuele ruimte vormen. Kom je voor het eerst in een wat grotere binnenruimte, bijvoorbeeld een tentoonstellingszaal, dan is het zinvol om daar te beginnen met rondwandelen en de hele ruimte te verkennen.
Door een binnenruimte goed waar te nemen gaat men zich daar thuis voelen. In de eigen woonomgeving voelt iemand zich prettig doordat hij vaak in die ruimte verblijft en er goed mee bekend is. Maar het is mogelijk om in vrijwel elke ruimte een vertrouwd gevoel te hebben, namelijk door bij het eerste bezoek die ruimte visueel te verkennen, en ook als men er opnieuw komt weer even bewust rond te kijken.
De visuele waarneming wordt doorgaans voornamelijk gestuurd door interesses en gewoontes en is niet gericht op de ruimtelijke omgeving als geheel. Dan heeft de waarneming maar relatief beperkt bewustzijn verruimend effect. Het aankweken van een gewoonte om regelmatig rond te kijken kan daarom aanzienlijk aan iemands spirituele groei bijdragen.
Referenties:
1. Bill Gates: “Big History for everyone”; The blog of Bill Gates, www.gatesnotes.com, 1 november 2013.
2. René Descartes: “Over de methode”; Boom Meppel, Amsterdam, 1977.
3. L. Ron Hubbard: “De weg naar een gelukkig leven – Gezond verstand als gids voor een beter leven”; New Era Publications International, Kopenhagen, Denemarken, 2007. (Eerste publicatie oorspronkelijke Engelse tekst in 1981.)
4. Sankara: "Self-Knowledge (Atmabodha)"; vert. Swami Nikhilananda. RamaKrishna-Vivekananda Center, New York, 1989.
5. L. Ron Hubbard: "Scientology 0-8; the Book of Basics"; Scientology Publications Organization, Copenhagen, 1970.
6. L. Ron Hubbard: "Scientology 8-8008"; The Publications Organization WorldWide, Edinburgh, Scotland, 1967.
De publicatie van FiLOSCOOP wordt verzorgd door Bureau Everink te Almere.
Copyright © 2023 Jan Everink, Bureau Everink