mei
2019

Krimpgebieden kunnen regio's van groene welvaart worden

Achterhoek
   In landelijke omgevingen kan economische groei samengaan met behoud van leefbaarheid.   

door Victor Christiano

Een probleem zowel in Nederland als elders op aarde is dat sommige gebieden heel dichtbevolkt en andere juist heel dunbevolkt zijn. Deze situatie wordt steeds erger doordat veel mensen vanuit de dunbevolkte gebieden naar de grote steden trekken. De oplossing moet worden gezocht in het brengen van de voordelen maar niet de nadelen van de stad naar het platteland.

Gezonde leefomgevingen

Dankzij de technologische vooruitgang is het tegenwoordig mogelijk om economische vooruitgang te combineren met zorg voor omgeving en natuur. We zijn beter dan in het verleden in staat om bij het creëren van menselijke leefomgevingen het natuurlijke milieu te beschermen en te beheren. Dat schept vooral kansen voor landelijke regio's, aangezien die minder dan de grote steden zijn aangetast door gemaakte fouten.

In de tegenwoordige grote steden werd de welvaart vaak bereikt ten koste van de natuur en het leefmilieu. Die welvaart is niet optimaal want pas als de omgeving waar men woont en werkt een gezonde en aangename habitat vormt kan over reële welvaart worden gesproken. In de toekomst zal de maatschappij mogelijk steeds meer in de richting van zulke reële ofwel groene welvaart gaan. Het maatschappelijk bewustzijn betreffende het belang van een goede leefomgeving is de laatste jaren sterk toegenomen. Dat heeft onder meer geleid tot de oprichting in Nederland van de Rli (Raad voor de leefomgeving en infrastructuur), een onafhankelijk adviescollege voor regering en parlement. In het adviesrapport "De stad als gezonde habitat", dat de Rli in april 2018 uitbracht, wordt onder meer gesteld dat een goede leefomgeving kan bijdragen aan de fysieke gezondheid, de mogelijkheden om deel te nemen aan de maatschappij kan bevorderen en de sociale veerkracht kan verbeteren. [ref. 1]

Kansen voor krimpregio's

De transformatie naar groene welvaart is in de bestaande grote steden moeilijk, maar het platteland biedt wat dit betreft nog veel mogelijkheden. In de kleinere steden en de dorpen op het platteland bestaan volop kansen om de leefomgeving verder te verbeteren. Maar dat zal alleen mogelijk zijn bij verdere groei van de bevolkingsdichtheid. Als in een gebied maar weinig mensen wonen is het problematisch om een werkelijk hoogwaardige leefomgeving tot stand te brengen.

In Nederland zou bevolkingskrimp nooit een probleem hoeven te zijn. Er wonen immers al meer dan 17 miljoen mensen in ons land, en volgens het CBS zal dat aantal in 2060 zijn toegenomen tot 18,4 miljoen. Maar de bevolkingsgroei vindt niet overal in het land plaats; verschillende regio's hebben met bevolkingskrimp te maken. In verband daarmee zijn door de overheid 20 regio's als krimp- en anticipeergebieden gekenmerkt. [ref. 2] Enkele krimp- en anticipeerregio's zijn: Zeeuws-Vlaanderen, de Achterhoek, Noord-Oost Friesland, Oost-Drenthe, Kop van Noord-Holland, Walcheren en Noord-Limburg. Het gaat om gebieden waar de bevolkingsdichtheid nu al achteruit gaat (krimpgebieden) of mogelijk in de toekomst zal gaan verminderen (anticipeergebieden).

Waardoor wordt de achteruitgang van de bevolkingsdichtheid veroorzaakt? Het belangrijkste probleem is ongetwijfeld het achterblijven van deze regio's als aantrekkelijke omgeving voor bedrijfsvestiging en om te wonen. Dat probleem kan met een op groei gericht beleid zeker worden opgelost. Zonder groei is geen welvaart mogelijk; alleen als bewust wordt gestreefd naar optimale bevolkingsdichtheid kunnen de krimpregio's tot bloei komen. Dat is met name mogelijk door de voordelen maar niet de nadelen van de grote stad er naar toe te brengen.

Heel Nederland kan zich verder ontwikkelen als een welvarend gebied waarin de kwaliteiten van stad en platteland zijn verenigd en verder verbeterd. In een eerder artikel, getiteld "De landelijke stad van de toekomst" heb ik dat concept in grote lijnen beschreven. De essentie ervan is dat de tegenstelling stad versus platteland gaat verdwijnen en er een nieuwe visie voor ruimtelijke planologie komt, een visie die een toename van leefbare ruimte voor iedereen oplevert. Hieronder licht ik verder toe hoe dat mogelijk is, namelijk door goede stedelijkheid naar het platteland te brengen.

Ruimteschaarste is fictief

De trek van het platteland naar de steden vormt in veel gebieden op aarde een probleem. Ondanks de nadelen van het drukke stadsleven blijkt men toch liever in een grote stad dan in een landelijk gebied te wonen. Deze ontwikkeling betekent verlies aan leefruimte, zowel in de steden als in de landelijke gebieden. In de grote stad ervaren veel mensen als gevolg van de drukte dat er te weinig ruimte is. Op het platteland is wel veel ruimte maar die ruimte is door het ontbreken van uiteenlopende voorzieningen niet optimaal geschikt als leefomgeving. Er zijn niet voldoende winkels, het openbaar vervoer schiet tekort, er gebeurt te weinig op cultureel gebied en er is geen gevarieerd horeca-aanbod.

De ruimteschaarste is dus slechts fictief, want die bestaat uit alleen maar verkeerd gebruik van de ruimte. Op planetaire schaal speelt dit probleem nog erger dan in Nederland; in de grote wereldsteden is de leefruimte schaars doordat de mensen te dicht op elkaar wonen en in de dunbevolkte gebieden is de leefruimte schaars omdat er vrijwel geen voorzieningen zijn.

Marskolonisatie niet nodig

Door goede stedelijkheid naar het platteland te brengen kan het fictieve probleem van de ruimteschaarste doeltreffend worden opgelost, ook bij verdere toename van de wereldbevolking. De ruimteschaarste op aarde wordt steeds meer als een groot probleem voor de mensheid beschouwd. Sommige mensen vinden het ruimteprobleem al dermate urgent dat ze serieus nadenken over emigratie naar een andere planeet in het zonnestelsel. Met name bestaan er plannen voor het vestigen van een kolonie op Mars. [ref.3] Men denkt dat het met de tegenwoordige technologische kennis in principe mogelijk is om op Mars menselijke habitats te bouwen.

Maar de daaraan verbonden risico's, inspanningen en kapitaalinvesteringen zouden op dit moment nog onvoorstelbaar groot zijn. Ook zouden de nederzettingen op Mars in verband met de op die planeet volstrekt onleefbare atmosfeer volledig van de omgeving afgesloten moeten zijn, hetgeen voor de bewoners een enorme beperking van de vrijheid zou betekenen. Zelfs de meest ontoegankelijke gebieden op aarde zijn vergeleken met Mars paradijselijk. Met slechts een klein deel van de inspanningen die nodig zouden zijn voor het koloniseren van Mars kunnen de aardse ruimteproblemen in korte tijd worden opgelost.

Menselijke habitats

Met hedendaagse technologie kan op aarde relatief gemakkelijk op veel plaatsen groene welvaart worden gecreëerd. Door uiteenlopende essentiële voorzieningen naar het platteland te brengen kan veel nog ongebruikte leefruimte voor de mensheid beschikbaar komen. Tegen het uitbreiden van de moderne civilisatie naar nog vrijwel onbewoonde gebieden op aarde wordt soms als bezwaar aangevoerd dat daarmee het natuurlijke milieu wordt aangetast. Ten onrechte; dat we als mensen de biosfeer veranderen hoeft niet per se als een schadelijke invloed te worden gezien. Uitbreiding van de civilisatie kan zelfs als een positieve bijdrage aan het milieu worden beschouwd.

Door het werk van Arthur Tansley is bekend dat de aardse biosfeer bestaat uit ecosystemen, omgevingen waarin meerdere soorten met elkaar kunnen overleven. In een ecosysteem kunnen behalve planten en dieren ook mensen leven, zoals door Tansley zelf al onder de aandacht werd gebracht toen hij het begrip ecosysteem introduceerde. Het is belangrijk dat we de bestaande ecosystemen beschermen en bevorderen, maar als mensen hebben we zeker het recht om sommige daarvan aan te passen tot menselijke leefomgevingen.

Pluspunten van platteland

Het verder uitbreiden en aanpassen van de bestaande grote steden wordt steeds problematischer, omdat de bebouwing daar al veel te dicht is. Toch worden in verschillende grote steden in Nederland tegenwoordig plannen voor nog verdere verdichting gemaakt. Er wordt onder meer gedacht aan de bouw van nieuwe hoge flatgebouwen om de toestroom van mensen te kunnen opvangen. Hoogbouw kan in het algemeen zeker bijdragen aan de leefbaarheid, mits rondom de hoge gebouwen veel groene omgeving aanwezig is en blijft. In de grote steden is dat niet het geval, dus daar lost hoogbouw de problemen beslist niet op.

Dat de bestaande grote steden nadelig zijn voor de duurzaamheid van het aardse milieu komt doordat deze steden ongecontroleerd zijn gegroeid. De pluspunten van de stad trokken zoveel mensen aan dat de stedelijke expansie te snel en te ondoelmatig plaatsvond. Op het platteland hoeven deze fouten niet te worden gemaakt. Het is met de tegenwoordige kennis heel goed mogelijk om de pluspunten van de grote stad naar het platteland te brengen en tegelijk daar de voordelen van de landelijke omgeving te behouden. Als dit wordt ingezien kunnen de huidige krimpregio's zich tot welvarende leefgebieden transformeren.

Digitale economie

De stedelijke en de landelijke omgeving werden in het verleden vaak tegenover elkaar gesteld, en ook nu gebeurt dat nog dikwijls. De tegenwoordige grootstedelijke omgevingen hebben veel pluspunten maar worden terecht vaak beschreven als overbevolkt, chaotisch, lawaaiig en onveilig. Op het platteland bestaan nog rust en stilte maar daar ontbreken de sociale levendigheid en de stedelijke faciliteiten. Om weer te gaan groeien moeten de krimpregio's economische bedrijvigheid ontwikkelen of aantrekken. Dat wordt steeds beter mogelijk nu de digitale maak-economie toenemend belangrijk wordt. Landelijke omgevingen zijn heel geschikt als centra van digitale productie. Dankzij de computer- en software-techniek en het internet is tegenwoordig veel economische bedrijvigheid mogelijk zonder sterke afhankelijkheid van wegverkeer, scheepvaart en luchtvaart.

Het wordt vandaag de dag zelfs als een reële mogelijkheid beschouwd om een economisch zelfstandige kolonie op de planeet Mars te vestigen. Er wordt gedacht over een Mars-kolonie van 1000 mensen die vrijwel helemaal zelfvoorzienend is. Niet alleen produceren de bewoners van deze veronderstelde Mars-habitat bijna alles wat ze nodig hebben, ook verdienen ze geld met productie en export. Als het met hedendaagse technologie mogelijk is om op Mars economisch rendabel te wonen en te werken, dan moet dat toch zeker ook in bijvoorbeeld de Achterhoek kunnen!

Hoogbouw voor landschapsbehoud

Als oplossing voor het ruimtegebrek wordt tegenwoordig in de grote steden steeds meer hoogbouw toegepast. Vaak staan verschillende hoge gebouwen dicht bij elkaar, waardoor het uitzicht vanuit deze gebouwen wordt belemmerd. Een belangrijk pluspunt van het wonen in een hoog gebouw, dat men een prachtig uitzicht heeft, gaat daarmee verloren.

De voordelen van hoogbouw komen vooral in een landelijke omgeving tot hun recht. Hoogbouw kan daar niet alleen bijdragen aan natuur- en milieubehoud maar ook een verrijking voor de gebouwde omgeving vormen. Dat kan met name het geval zijn als de nieuwe hoogbouw-architectuur esthetischer is dan die van veel tegenwoordige hoge gebouwen. Mooie hoogbouw kan op het platteland makkelijker worden gerealiseerd dan in een al volgebouwde stad, onder meer doordat meer ruimte beschikbaar is om de onderste bouwlaag, de zogenoemde plint, esthetisch en functioneel te maken.

Hoogbouw zou niet pas moeten worden toegepast als er door teveel laagbouw geen oppervlak meer beschikbaar is. In een landelijke omgeving kan met mooie hoogbouw de bevolkingsdichtheid toenemen en tegelijk het cultuurlandschap worden verfraaid.

Verticale landbouw

Toename van welvaart in landelijke omgevingen kan ook worden bevorderd door verticale landbouw. De principes en voordelen daarvan zijn uitgebreid beschreven door dr. Dickson Despommier. In zijn in 2010 verschenen boek "The vertical farm" zet Despommier uiteen hoe doelmatige agrarische productie in hoge gebouwen mogelijk is, waarbij het binnenklimaat en de overige omstandigheden nauwkeurig worden geregeld. [ref.4]

Als dankzij verticale landbouw voor de voedselproductie geen landbouwgrond nodig is blijft er meer oppervlak over voor bewoning en natuur. Verticale landbouw betekent dat veel grond beschikbaar komt voor groene cultuurlandschappen. Ook wordt met verticale landbouw het verbouwen van voedselgewassen veel efficiënter. Er kan optimaal gebruik worden gemaakt van zonlicht en water, terwijl ook de bescherming tegen schadelijke insecten en microben, zonder gebruik van pesticiden of herbiciden, heel efficiënt kan plaatsvinden. [ref. 4]

Groene ruimte behouden en verbeteren

In 1991 werd in de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (VINEX) bepaald dat nieuwe woningbouw aan de periferie van de bestaande steden moest plaatsvinden. Zo wilde men wat nog van het landelijke gebied was overgebleven beschermen. Deze VINEX-wijken hebben vaak weinig stedelijke voorzieningen. Ook veelal beperkt zijn groene wandel- en fietsmogelijkheden in de nabijheid. Als gevolg van deze tekortkomingen zijn de bewoners van een VINEX-wijk in het algemeen sterk afhankelijk van de auto, de brommer en het openbaar vervoer om een stadscentrum of een groenomgeving te bereiken.

Het nog verder uitbreiden van de VINEX-wijken gaat ten koste van de schaarse landelijkheid rondom de grote steden en levert bovendien geen werkelijke leefbare habitats op. Een veel doelmatiger aanpak is het brengen van goede stedelijke voorzieningen naar de dunbevolkte gebieden in Nederland. Op het platteland kunnen rondom hoogbouw-centra groene omgevingen van onder meer parken en particuliere erven blijven bestaan.

Verder kan bijvoorbeeld ook kleinschalige milieuvriendelijke landbouw een bijdrage aan dit groene cultuurlandschap vormen. De bebouwingsconcentratie in de groene omgevingen zou niet hoger dan circa 10% mogen zijn en alleen uit laagbouw mogen bestaan. In deze gebieden moet een dicht netwerk van voet- en fietspaden gehandhaafd blijven of worden aangelegd, want ontoegankelijke groene ruimte vormt geen werkelijke bijdrage aan de leefbaarheid.

Minder snelverkeer

Het bevorderen van groene welvaart en optimale bevolkingsdichtheid in de dunbevolkte gebieden kan ook het snelverkeer terugdringen. Door op het platteland te streven naar stedelijke zelfvoorziening is minder transport nodig. Dat is mogelijk omdat steeds meer zelfstandige professionals hun werk thuis aan de computer verrichten. Ook veel mensen die in vast dienstverband voor een organisatie werken kunnen een deel van hun werk thuis doen.

Het zijn onder meer de software-ontwikkelaars die in principe voor hun werk niet de deur uit hoeven. Ook technische ontwerpers in uiteenlopende branches kunnen tegenwoordig met behulp van de computer en het internet gemakkelijk thuis werken. Verder wordt het digitale werken meer en meer toegepast in de kunst- en designwereld. De trend dat kunstenaars en ontwerpers digitaal werken zal verder toenemen omdat het met POD (Print On Demand) steeds beter mogelijk wordt om op basis van een digitaal ontwerp uiteenlopende producten te produceren.

Groene welvaart

Nederland is door de eeuwen heen voortdurend veranderd en dit veranderingsproces gaat tegenwoordig onverminderd verder. De verandering is niet tegen te houden maar wat wel kan is de ontwikkeling in een gewenste richting sturen. Het uitgangsprincipe daarbij moet zijn dat Nederland in de wereldeconomie toenemend succesvol is. Dat is mogelijk door een beleid dat op groene welvaart is gericht.

Om te zorgen dat hoge productiviteit en hoge leefkwaliteit hand in hand gaan is vooral de ruimtelijke indeling van het land van belang. Bij het kopen of huren van woonruimte blijkt de omgeving een steeds belangrijker rol te spelen. Ook voor het aantrekken van economische activiteit is de leefomgeving tegenwoordig heel belangrijk. Daarom wordt het creëren van aantrekkelijke woon/werk-gebieden ter bevordering van economische vooruitgang steeds belangrijker.

De toekomstige ontwikkeling van heel Nederland kan in de richting van welvarende groene regio's gaan. Daartoe is op de eerste plaats nodig dat het concept "krimpgebied" wordt afgeschaft. Groene welvaart is alleen mogelijk op basis van groei, niet alleen groei van productiviteit maar ook en vooral groei wat de kwaliteit van de leefomgeving betreft.

Referenties

1. Adviesrapport "De stad als gezonde habitat"; Raad voor de leefomgeving en infrastructuur; www.rli.nl; april 2018.

2. "Krimpgebieden en anticipeergebieden"; www.rijksoverheid.nl.

3. Founding Declaration of the Mars Society; www.marssociety.org, aug 1998.

4. Dr. Dickson Despommier: "The vertical farm"; Picador, NewYork, 2011. (Eerste uitgave in 2010.)