Leren omgaan met spirituele energie

door Jan Everink

mei 2004

Bij spirituele vermogens speelt energie een essentiële rol. En dat is ook de reden dat zulke vermogens veelal als paranormaal worden beschouwd. Deze vermogens lijken in strijd te zijn met de eerste wet van de thermodynamica, die stelt dat er in het universum nooit energie uit het niets gecreëerd kan worden. 
Het Spirituele Ik, ofwel de ziel of de geest, is echter géén onderdeel van het universum zoals dit in de natuurkunde wordt bestudeerd. Het Spirituele Ik kan wél energie uit het niets laten ontstaan. 
Zeker is dat ieder mens, ieder Spiritueel Ik, in staat is energie te creëren, en dat zonder het te beseffen ook vaak doet.

 
Spirituele vermogens

Wat zijn spirituele vermogens? Bekender is het begrip "paranormale vermogens". Enkele bekende paranormale vermogens, ook wel aangeduid als paranormale verschijnselen, zijn helderziendheid, spiritisme, exteriorisatie, psychokinese, telepathie en spirituele genezing.

In het algemeen wordt iets als paranormaal beschouwd als het niet met de bekende natuurwetten verklaard kan worden. Maar er is een groot gebied dat wél tot de spirituele vermogens behoort maar dat niet direct als paranormaal wordt aangemerkt. Het is mogelijk om bepaalde spirituele vermogens te ontwikkelen en op een zinvolle manier te gebruiken zonder dat dit als zodanig opvalt. In het dagelijks leven wordt immers niet steeds precies gecontroleerd of de natuurwetten wel worden nageleefd. Iemand die zijn spirituele vermogens wil ontwikkelen kan zich het beste in het begin op deze wél spirituele maar niet als paranormaal opvallende vermogens toeleggen.

Daarbij gaat het altijd om het creëren en gebruiken van spirituele energie. Bij alle spirituele vermogens speelt energie een essentiële rol. En dat is ook de reden dat spirituele vermogens als deze opvallend worden gebruikt veelal als paranormaal, als niet normaal dus, worden beschouwd. Deze vermogens lijken in strijd te zijn met de eerste wet van de energetica ofwel thermodynamica, die werd geformuleerd door Hermann von Helmholtz.


De eerste en tweede wet van de energetica

Hermann von Helmholtz publiceerde in 1847 een artikel getiteld "On the conservation of Energy", waarin hij stelde dat er in het universum geen energie kan ontstaan of verloren kan gaan. Er kan alleen energie-omzetting plaatsvinden. Dit principe is later bekend geworden als de eerste wet van de thermodynamica, de wetenschap (ook wel energetica genoemd) die het fenomeen energie bestudeert.

Maar het Spirituele Ik, ofwel de ziel of de geest, is géén onderdeel van het universum zoals dit in de natuurkunde wordt bestudeerd. Het Spirituele Ik is niet-stoffelijk en is niet onderhevig aan de wetten van de natuur. Het Spirituele Ik kan wél energie creëren. Deze spirituele energie wordt echter niet in het wilde weg maar vrijwel altijd zeer doelgericht gecreëerd. Bij spirituele energie gaat het altijd om toegepaste energie.

Daarmee bindt de ziel ofwel het Spirituele Ik ook de strijd aan, zou men kunnen zeggen, met de tweede wet van de energetica. Deze tweede wet werd in 1865 geformuleerd door Rudolf Clausius. Volgens deze tweede wet kan de entropie ofwel de chaos in het universum alleen maar toenemen en nooit minder worden. Bij iedere energie-omzetting gaat een deel van de energie verloren; deze energie verdwijnt in de vorm van onbruikbare warmte in de omgeving. Dat betekent dat alle gehelen, alle geordende systemen, aan geleidelijk verval onderhevig zijn. Dit zien we inderdaad zowel bij levende organismen, zoals mensen, dieren en planten, als bij door de mens gemaakte systemen zoals auto's en andere machines.

De natuurkundigen moeten echter toegeven dat er ondanks de wet van de toenemende entropie veel orde in de wereld aanwezig is. We zien om ons heen mensen, dieren, planten en door de mens gemaakte machines en ordelijke omgevingen. Als verklaring voor deze orde is het begrip neg-entropie, een samentrekking van negatieve entropie, geïntroduceerd.

"Waar komt de neg-entropie in het universum vandaan?" zo kan men zich afvragen. Veel gelovige mensen zijn van mening dat God de enige bron van neg-entropie is. Dit kan echter mijns inziens niet juist zijn.

Ik wil niet ingaan op de vraag of er op dit moment een sturende Goddelijke invloed op de wereld wordt uitgeoefend. Mogelijk is dat zo, mogelijk is dat niet zo. Zeker is echter dat ieder mens, ieder Spiritueel Ik, in staat is energie te genereren en daarmee orde ofwel heelheid te creëren. In feite creëren veel mensen zonder het te beseffen vaak spirituele energie. Dat valt niet op omdat ogenschijnlijk alles keurig volgens de eerste en de tweede wet van de energetica verloopt.


Spirituele energie

In het algemeen is het zo dat de geest, het Spirituele Ik, beter in staat is energie te genereren naarmate hij meer vertrouwen heeft in zijn vermogen, zijn vaardigheid, wat betreft het zonder ongelukken nuttig toepassen van deze energie.

 

Het gaat er niet zozeer om het vermogen tot het laten ontstaan van energie te versterken als wel het vermogen om energie op een nuttige manier te gebruiken. De spirituele energie moet onder controle worden gebracht. Zodra iemand wéét dat hij zonder ongelukken, zonder schade aan de omgeving of aan andere levende wezens, met spirituele energie kan omgaan zal het vermogen tot het genereren van deze energie gemakkelijk weer krachtiger worden.

Dat is ook de essentie van spirituele groei, de centrale doelstelling van religies en filosofieën. Dit wordt ook wel omschreven als het streven naar een hoger bewustzijnsniveau. In het Hindoeïsme wordt dit onder meer geprobeerd door verschillende vormen van yoga, bepaalde geestelijke en lichamelijke oefeningen waardoor de ziel, die in het Hindoeïsme wordt aangeduid met het woord Atman, een toestand van verlichting kan bereiken.

In het Boeddhisme wordt hetzelfde doel nagestreefd door het zogenoemde Achtvoudige Pad. In plaats van op yoga ligt de nadruk op de leefwijze; een sobere en ethische leefwijze moet naar het gewenste doel leiden.

Er zijn ook hedendaagse bewegingen en organisaties die methodes voor spirituele groei aanbieden. Ik noem bijvoorbeeld: de Gurdjieff-beweging, de School voor Filosofie, Transcendente Meditatie en Scientology. In deze lezing wil ik echter niet ingaan op de specifieke hoedanigheden van bepaalde religies of spirituele filosofieën. Ik wil een aantal aspecten benadrukken die naar mijn mening essentieel zijn, al wordt daarop in de verschillende richtingen in mindere of meerdere mate de nadruk gelegd. Essentieel is het ter beschikking krijgen van datgene wat in het Hindoeïsme shakti wordt genoemd, en wat we kunnen omschrijven als spirituele energie.

Deze shakti is vrijwel altijd toegepaste energie; het is een middel om iets mee te doen, en als er niets mee gedaan wordt dan komt het niet beschikbaar. Het Spirituele Ik heeft gedurende vele levens verschillende vaardigheden aangeleerd, verschillende manieren om op een doelmatige manier spirituele energie toe te passen. Iemand die zijn spirituele vermogens wil verbeteren moet zijn talenten ontdekken en ontwikkelen. Hij moet uitvinden voor welke toepassingen van spirituele energie hij aanleg heeft.


Beginnen met het denken

In deze tijd zijn de meeste mensen zich niet bewust van hun spirituele vermogens. We leven in een materialistische cultuur, een samenleving die het bestaan van een Spiritueel Ik nauwelijks erkent. Het bewustzijn wordt vaak beschouwd als niet meer dan een soort bijverschijnsel van hersenprocessen.

Iemand die zijn spirituele vermogens wil verbeteren moet zich dus eerst weer bewust worden van het feit dat hij of zij als Spiritueel Ik aanwezig is en over spirituele vermogens beschikt. Om dat te bereiken kan men het beste beginnen met het denken meer bewust en systematisch te maken. Descartes zei: "Ik denk dus ik besta." Door het denkproces onder controle te brengen kunnen we ons bewust worden van ons bestaan als geestelijk wezen, en kunnen we een begin maken met het bewust creëren en toepassen van spirituele energie.

De volgende fasen zijn perceptie en actie, maar om te beginnen moet het denken worden aangepakt. Om te kunnen denken moet het Spirituele Ik energie creëren, want elke gedachte bestaat uit een bepaald soort ijle materie, en deze gedachten-materie kan alleen door het Spirituele Ik zélf worden gecreëerd. Dus door het denken te oefenen oefent de geest ook zijn vermogen om energie te genereren.

Nu is het bij de meeste mensen meestal zo dat de gedachten komen en gaan, zonder dat men daar veel controle over heeft. Een gecreëerde gedachte verdwijnt meestal heel snel omdat deze vervluchtigt of als het ware wordt "opgezogen" door het onbewuste. De energie van een gedachte lost als het ware op in de omgeving of zet zich vast in het onbewuste.

Het gaat er dus om dat men een eenmaal gecreëerde gedachte enige tijd bewust laat voortbestaan, en om dat te doen is energie nodig. Door een bepaalde gedachte te creëren en in stand te houden oefent het Spirituele Ik zijn vermogen tot het gebruiken van energie. Deze methode wordt bijvoorbeeld toegepast bij Transcendente Meditatie, het systeem dat werd ontwikkeld door Maharishi Mahesh Yogi.

Transcendente Meditatie ofwel TM is een eenvoudige meditatietechniek die twee keer per dag ongeveer een kwartier lang wordt beoefend. Gedurende ongeveer een kwartier moet men een bepaalde gedachte, een zogenoemde mantra, in het bewustzijn houden. Dat blijkt in het begin niet mee te vallen maar de mensen die dit toepassen, en er mee doorgaan, blijken er veel profijt van te hebben. Het is ook in diverse onderzoeken vastgesteld dat Transcendente Meditatie positieve effecten heeft. Onder meer neemt de stressbestendigheid er door toe.

Ook in het dagelijkse leven kan men oefenen om gedachten gedurende enige tijd vast te houden. Dat moet natuurlijk alleen worden gedaan als de situatie het toelaat. Als het denken gericht is op een kritieke situatie, als onmiddellijke actie nodig is, kan en moet het denken heel snel gaan.

Maar als het denken erop gericht is een bepaald probleem op te lossen dan gaat het erom een gedachte te ontwikkelen tot men tevreden over het resultaat is en dan deze gedachte nog enige tijd vast te houden en te beschouwen. Dat kan gaan om enkele seconden tot enkele minuten. Men moet in staat zijn zélf het moment te bepalen waarop men met het denken over een bepaald onderwerp stopt.

Verder is het denken in beelden beter dan het denken in woorden. Voor het denken in beelden is méér denkmaterie, dus méér spirituele energie nodig. Door het denken in beelden oefent het Spirituele Ik zijn vermogen om energie te creëren op een intensievere manier.

Het denken hoeft niet altijd een praktisch doel te hebben. Ook met het zogenoemde dagdromen kan de ziel zijn vermogen om energie te creëren vergroten. Maar dit fantaserend denken moet dan natuurlijk wel bewust gebeuren, en alleen in situaties waar niet veel aandacht voor de omgeving vereist is.

Als het denken onder controle is dan heeft elke gedachte een zekere bestaansduur: de gedachte wordt gecreëerd, wordt vervolgens enige tijd verder ontwikkeld, en wordt tenslotte beëindigd. Dit kan snel of langzaam gaan, maar bij systematisch denken bestaat het patroon altijd uit deze drie stadia. In een situatie waar men heel snel moet reageren duurt de hele cyclus slechts een fractie van een seconde, maar als men de tijd heeft om rustig na te denken kan een gedachte-cyclus vrij lang duren.

Overigens kan ook níet denken een vorm van gedachtenbeheersing zijn. Wie het denken volledig onder controle heeft kan moeiteloos korte of langere tijd helemaal niet denken en toch heel bewust aanwezig zijn.


Aandacht naar buiten richten

Het Spirituele Ik kan dus door zijn denken onder controle te brengen zijn spirituele vermogens weer activeren. Maar er zit ook een gevaar in het denken, namelijk dat iemand zijn gedachten zo belangrijk vindt dat hij de omgeving waarin hij leeft min of meer vergeet.

Als dat gebeurt heeft het denken juist een negatief effect. Als het denken tot gevolg heeft dat men geen aandacht meer voor de omgeving heeft zal het vermogen tot het genereren van spirituele energie snel verminderen. De remedie is dat men zijn best doet om te extroverteren, dat wil zeggen de aandacht naar buiten te richten. Het Spirituele Ik leeft in een materiële wereld, en communicatie met die materiële omgeving, dat wil zeggen waarneming van de hier-en-nu realiteit, is heel belangrijk. De waarneming van de materiële wereld is essentieel in verband met het vermogen om energie te creëren en zinvol te gebruiken.

Met name de bewúste waarneming is heel belangrijk. Er kan namelijk een onderscheid worden gemaakt tussen alleen maar zintuiglijke perceptie en bewuste perceptie. De gang van zaken bij zintuiglijke perceptie is dat er een signaal van een bron naar een zintuig-orgaan gaat, waar dit signaal wordt omgezet in zenuw-impulsen die naar de hogere hersencentra worden gestuurd. Bij uitsluitend zintuiglijke perceptie is daarmee het verhaal rond: de hersenen beschikken nu over de gewenste informatie en kunnen deze gebruiken bij de besturing van het organisme. Bewustzijn is bij zintuiglijke perceptie nauwelijks nodig, zoals ook blijkt uit het feit dat iemand die in diepe slaap is vaak wél reageert op geluiden en andere omgevingssignalen.

Bij bewuste perceptie gaat het om de bewuste ervaring, het gewaar zijn van de hier-en-nu omgeving. Wat iemand bewust in het hier-en-nu ziet is een door het Spirituele Ik zelf gecreëerde werkelijkheid. Dit is de zogenoemde fenomenale werkelijkheid.

Volgens gangbare theorieën wordt deze fenomenale werkelijkheid gevormd in de hersenen. De informatie die via de ogen binnenkomt zou binnenin het hoofd worden omgezet in de bewuste ervaring. Volgens deze opvatting wordt de fenomenale werkelijkheid gevormd in het PFN (Psycho-Fysiek Niveau), een onderdeel van de grote hersenen. Veel waarschijnlijker is echter dat de fenomenale werkelijkheid zich niet in het hoofd bevindt maar samenvalt met de objectieve werkelijkheid. Het Spirituele Ik creëert met perceptie-energie de hier-en-nu werkelijkheid.


Wandelen om te extroverteren

Mensen hebben echter vaak nauwelijks aandacht voor hun omgeving, omdat ze die omgeving al zo goed menen te kennen dat er niets interessants meer te zien is. Dat heeft tot gevolg dat het Spirituele Ik geen perceptie-energie meer creëert, en dat heeft weer tot gevolg dat het vermogen tot energie-creatie achteruit gaat. Indien we onze spirituele vermogens, dat wil zeggen onze vermogens om spirituele energie te genereren en doelmatig toe te passen, willen vergroten dan moeten we onze zintuigen zoveel mogelijk gebruiken. Bij bewuste waarneming wordt spirituele energie gebruikt voor het creëren en er laten zijn van de fenomenale werkelijkheid, de hier-en-nu werkelijkheid waarin we verblijven.

Een goede manier om de aandacht voor de omgeving, en daarmee de waarneming van de omgeving, weer op gang te brengen is het maken van een wandeling. Volgens L. Ron Hubbard, de oprichter van de Scientology Kerk, is het maken van een wandeling een snelle en gemakkelijke manier om in een betere spirituele conditie te komen. Gevoelens van vermoeidheid blijken vaak vlot te verdwijnen door eenvoudig een eind te gaan wandelen in een vriendelijke omgeving. Dat komt omdat de geest door het wandelen extroverteert en spirituele energie gaat genereren voor het er laten zijn van de fenomenale werkelijkheid.


Spirituele energie en actie

De volgende stap is dat ook bij uiteenlopende activiteiten shakti ofwel spirituele energie wordt gebruikt. Het is bij veel fysieke handelingen en gebeurtenissen mogelijk om spirituele energie te gebruiken. Daarbij moeten we niet meteen denken aan psychokinese of andere paranormale verschijnselen. Het gaat er in eerste instantie om de spirituele energie in het gewone dagelijkse leven een rol te laten spelen.

Bij psychokinese worden materiële objecten met uitsluitend spirituele energie in beweging gebracht. Een bekende truc is bijvoorbeeld om een tafel op te tillen; dit wordt ook wel levitatie genoemd. Een andere vorm van levitatie is het omhoog tillen en verplaatsen van het eigen lichaam. Deze paranormale toepassingen zijn wel sensationeel, maar toch vrij moeilijk, en men schiet er weinig mee op, praktisch gesproken. Veel interessanter is de mogelijkheid om uiteenlopende alledaagse activiteiten met behulp van spirituele energie beter te laten verlopen.

Het toepassen van spirituele energie lukt in het algemeen beter als er niets paranormaals lijkt te gebeuren. Iemand die bijvoorbeeld niet kan biljarten zal er waarschijnlijk niet in slagen om met spirituele energie de biljartballen zo te sturen dat het plotseling lijkt of hij uitstekend kan biljarten. Maar wat wél mogelijk is dat iemand die gewoon door veel oefening wél kan biljarten door het gebruik van spirituele energie echt héél goed wordt in die sport. Als iemand gewoon door oefening al heel erg goed ergens in is dan kan met spirituele energie, als deze persoon dat werkelijk wil, perfectie worden bereikt. Het is mogelijk om ongemerkt die biljartballen iets bij te sturen en zo te winnen.

Ook bij professionele activiteiten kan met spirituele energie een zeer hoog niveau worden bereikt, een niveau van perfectie dat in feite vér boven het normale ligt, maar dat in het algemeen in de beroepsomgeving niet met het woord paranormaal wordt aangeduid. Een fietsenmaker kan bijvoorbeeld door veel ervaring bijzonder snel en kundig worden in zijn vak; op zeker moment gebruikt hij behalve zijn handen ook spirituele energie. Verder is het bijvoorbeeld mogelijk dat bij zwaar lichamelijk werk behalve spierkracht ook spirituele energie wordt gebruikt.

Dat in het algemeen in de beroepsomgeving toch slechts op beperkte schaal spirituele energie wordt toegepast komt omdat in de hedendaagse cultuur de mogelijkheid tot het genereren en gebruiken van spirituele energie niet wordt erkend. Ook het feit dat het handwerk vrijwel verdwenen is uit de samenleving is wat dit betreft ongunstig. Waarschijnlijk gebruikten in de Middeleeuwen, toen de economie voornamelijk was gebaseerd op handmatige arbeid, veel meer mensen spirituele energie dan in onze tijd.

Wat kan de individuele persoon vandaag de dag doen om zijn spirituele vermogens weer te activeren? Zoals al opgemerkt: beginnen met meer bewust te denken en meer aandacht te hebben voor de omgeving; denken en waarneming zijn in feite spirituele vermogens en door deze vermogens te verbeteren oefent iemand zijn bekwaamheid in het genereren en toepassen van spirituele energie.

Daarnaast is van belang dat men doorgaans op de een of andere wijze doelgericht actief bezig is. Dat kan beroepsmatig zijn maar ook in de sfeer van hobby of interesse. Wanneer iemand een sterke intentie heeft om zijn of haar activiteiten uit te breiden en te verbeteren zal dat op zeker moment het vrij komen van spirituele energie met zich meebrengen.


Spirituele vermogens en emotie

Verschillende geestelijke leiders hebben er verder op gewezen dat negatieve emoties, zoals overmatige bezorgdheid en angst, de spirituele vermogens belemmeren. Dit is onder meer uitvoerig benadrukt door Gurdjieff. Bekend zijn ook de boeken van Norman Vincent Peale, waarin hij betoogt dat zelfvertrouwen en enthousiasme het prestatievermogen enorm kunnen verhogen.

Belangrijk is dat men in zijn spirituele vermogens gelooft. Als iemand wéét dat hij spirituele energie kan genereren zal hij daar veel beter toe in staat zijn dan wanneer hij het min of meer onbewust doet. Men moet niet alleen in zijn eigen spirituele vermogens geloven, maar ook deze vermogens een rol willen laten spelen in het dagelijkse leven.


Spirituele vermogens en economie

Een probleem is dat de economische inrichting van de hedendaagse maatschappij vaak tot gevolg heeft dat activiteiten met weinig interesse en enthousiasme worden verricht. In de hedendaagse samenleving wordt een scherp onderscheid gemaakt tussen werk en vrije tijd.

In de werktijd moet men noodgedwongen actief zijn om in de vrije tijd zoveel mogelijk te consumeren, dat is in grote lijnen de filosofie van de moderne samenleving. Dat heeft tot gevolg dat het werk vaak met tegenzin wordt gedaan.

Werk wordt vaak beschouwd als een noodzakelijk kwaad, een middel dat het mogelijk moet maken in de vrije tijd werkelijk plezierig te kunnen leven. De manier waarop het werk georganiseerd is bevordert deze opvatting vaak nog eens extra. Men voelt zich in de werkomgeving vaak slechts een radertje in een grote machine waarvan men het doel niet kent en niet begrijpt.

Dat kan overigens ook anders, zo is door de Amerikaan W. Edwards Deming uiteengezet en bewezen. Hij stelde een aantal regels op waardoor zowel de productiviteit als het plezier in het werk toenemen. Een van die regels is dat er voor iedereen in het productieproces duidelijke en consistente doelstellingen dienen te zijn. Een andere regel van Deming is dat vaktrots heel belangrijk is en gestimuleerd moet worden. De ideeën van Deming zijn echter géén gemeengoed geworden. Veel mensen kunnen daarom voor het actief bezig zijn in de werkomgeving niet veel enthousiasme opbrengen. Het werk is door het gebrek aan interesse ook vaak overmatig vermoeiend. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel mensen er in hun vrije tijd de voorkeur aan geven niets te doen.

De voorkeur voor passieve vrijetijdsbesteding wordt bevorderd door het consumentisme. Dat is de huidige overheersende levensbeschouwelijke opvatting dat de manier om gelukkig te worden eruit bestaat dat men zoveel mogelijk consumeert. De mens wordt in onze cultuur vooral beschouwd als een consument, als iemand met vrijwel onbeperkte behoeften die alleen door commerciële producten bevredigd kunnen worden. Met name de behoefte aan passieve belevenissen, aan kick-ervaringen, wordt door de reclame voortdurend gestimuleerd. Lekker onderuit in een bioscoopstoel naar een spannende film kijken en tegelijk genieten van popcorn of andere versnaperingen, dat is het hedendaagse idee van een gelukstoestand.

De mens bevindt zich in onze tijd dus veelal in één van twee condities die beide ongunstig zijn voor de ontplooiing van spirituele vermogens. In de werktijd is men weliswaar actief maar deze activiteit gaat vaak gepaard met tegenzin en gevoelens van onvrijheid. In de vrije tijd heeft men vaak een passieve op behoeftebevrediging gerichte attitude. Beide condities belemmeren het genereren en gebruiken van spirituele energie. Iemand die zijn spirituele vermogens wil ontwikkelen zal erin moeten slagen om aan dit door de huidige cultuur opgelegde patroon te ontsnappen. Hij of zij zal moeten proberen enthousiast te worden voor het dagelijkse werk en/of voor activiteiten in de vrije tijd. Dat is zeker mogelijk.


Spirituele geneeskunde

Tot slot nog enkele opmerkingen over de relatie spirituele energie en gezondheid. Op verschillende manieren kan spirituele energie worden toegepast om gezondheid te bevorderen en ziekte te genezen. Zo is er een bepaalde soort energie, die wordt aangeduid met onder meer de woorden chi en prana, energie die in het lichaam wordt gebruikt voor communicatie. De lichamelijke processen worden doorgaans niet direct bestuurd door het Spirituele Ik maar door de archeüs, een soort biologische ziel. Deze archeüs heeft om te kunnen communiceren met de lichaamsorganen en lichaamscellen een bepaald soort energie nodig, en deze energie kan door het Spirituele Ik worden gemaakt. Het komt vaak voor dat de communicatie in het lichaam niet optimaal verloopt omdat er onvoldoende prana beschikbaar is.

De ziel kan deze bepaalde vorm van spirituele energie genaamd chi of prana genereren, zowel voor het eigen lichaam als voor de lichamen van anderen. Bepaalde therapeutische methodes zoals Therapeutic Touch en Reiki zijn hierop gebaseerd.

Interessant is ook de methode, Dianetics genaamd, die door de Scientology Kerk wordt toegepast om mensen te helpen vastgezette denkmaterie op te lossen. Het gaat om beelden die men ooit onbewust terwijl men pijn leed heeft gecreëerd en die nog steeds aanwezig zijn. Zulke onbewuste denk-energieën kunnen onplezierige emoties en zelfs ziekte veroorzaken. Mensen blijken zich veel beter te voelen nadat ze zulke met pijn beladen beelden met behulp van de Dianetics-methode bewust hebben gemaakt en hebben laten verdwijnen.

Verder zijn er aanwijzingen dat het Spirituele Ik in staat is gezondheid te bevorderen door creatieve visualisatie. Dit is een manier van denken waarbij een voorstelling wordt gevormd van de gewenste toestand. Deze methode werd onder meer toegepast door Emile Coué, een Franse apotheker die leefde omstreeks 1900. Hij ontwikkelde het systeem van de bewuste autosuggestie om ziekte te genezen. Deze methode moet niet worden verward met zelfhypnose. Bij hypnose wordt een toestand van verlaagd bewustzijn opgeroepen, terwijl bij autosuggestie door creatieve visualisatie, ofwel imaginatie, het bewustzijn juist op een hoger niveau wordt gebracht.

Ook door Paracelsus, de beroemde arts die in de 16e eeuw leefde, werd imaginatie toegepast om ziekte te genezen. Het was Paracelsus die stelde dat in het lichaam een wat hij noemde "innerlijke dokter" werkzaam is die onder meer bij genezingsprocessen een essentiële sturende functie vervult. Deze "innerlijke dokter", die ook wel archeüs wordt genoemd, coördineert het functioneren van alle lichamelijke processen.

Bij ziekte is het belangrijk dat aan de archeüs een doelvoorbeeld wordt gepresenteerd van de gewenste gezonde toestand van het lichaam. Het Spirituele Ik kan de genezing bevorderen door een mentale voorstelling te creëren van toekomstige activiteiten met een gezond lichaam. Het Spirituele Ik zal daar echter alleen toe in staat zijn als het in staat is te denken in beelden en als de denk-activiteit onder controle is.

We zien dus dat het er ook bij spirituele genezing om gaat dat gebruik wordt gemaakt van de energie-genererende vermogens van het Spirituele Ik.


Spirituele vermogens en ethiek

Een belangrijke kwestie is nog of spirituele energie op onethische wijze gebruikt kan worden. Als de spirituele vermogens op onethische wijze worden gebruikt heeft dat tot gevolg dat deze vermogens verminderen of verdwijnen. Het Spirituele Ik is namelijk van nature gericht op zowel het belang van anderen, van de natuur en van de samenleving, als op het eigenbelang. Het voor schadelijke doeleinden gebruiken van spirituele energie lijkt alleen incidenteel mogelijk te zijn. Op langere termijn kan deze energie uitsluitend worden gebruikt om het voortbestaan en de leefbaarheid te bevorderen.

Iemand die met spirituele energie schade veroorzaakt maakt daardoor dat zijn karma achteruit gaat. Met als gevolg onder meer dat zijn vermogen om spirituele energie te genereren al in het huidige leven afneemt.


Wel of niet paranormaal optreden?

Er zijn dus diverse methodes om de spirituele vermogens te vergroten. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen spirituele vermogens en paranormale vermogens. Niet alle spirituele vermogens manifesteren zich als paranormaal ofwel als opvallend in strijd met de natuurwetten.

Het is heel goed mogelijk om spirituele vermogens te gebruiken bij gewone activiteiten, zonder dat andere mensen daarbij iets ongewoons merken. Men kan met behulp van spirituele energie uiteenlopende heel gewone activiteiten veel effectiever en sneller verrichten dan zonder deze energie. In het algemeen is aan te raden om, zeker in het begin, alleen op die manier spirituele energie toe te passen. Het is namelijk in onze cultuur zo dat paranormale vermogens vaak als een bedreiging van gevestigde belangen worden beschouwd. Het is bijvoorbeeld geen toeval dat spirituele geneeskunde aan veel kritiek en tegenwerking blootstaat.

Het is echter heel goed mogelijk om de gezondheid van zichzelf en anderen met spirituele energie te bevorderen zonder dat daarbij medische claims worden gemaakt. Ook is het natuurlijk in principe mogelijk dat een arts of therapeut die volgens volkomen geaccepteerde methodes werkt ongemerkt tevens de genezing met spirituele energie bevordert.

Bij allerlei andere activiteiten kan op vergelijkbare manier met behulp van spirituele energie grotere doelmatigheid en kwaliteit worden gerealiseerd. Door op die manier de spirituele vermogens te activeren en te ontwikkelen zal het op zeker moment zeer waarschijnlijk mogelijk zijn om ook paranormale activiteiten te ontplooien. Als iemand daar voor kiest zal zijn of haar leven een stuk moeilijker worden. In het algemeen is aan te raden om de spirituele vermogens zoveel mogelijk te ontwikkelen en toe te passen, maar terughoudend te zijn met activiteiten die als paranormaal worden beschouwd.


De publicatie van FiLOSCOOP wordt verzorgd door Bureau Everink te Almere
Copyright © 2004 Jan Everink